Restaurant Rheinland failliet


Op 9 oktober 1913 moest de rechtbank van koophandel te Gent een uitspraak doen in de faling, aangevraagd tegen de gebroeders Spee, van Düsseldorf, uitbaters van het restaurant Rheinland.
Een van de broers Spee was naar de zitting gekomen, de heer substituut van de procureur des Konings, beval ineens om de deuren te sluiten en Spee werd op bevel van de handelsrechtbank aangehouden, volgens een wetsartikel, waardoor de rechtbank gemachtigd de aanhouding te bevelen van een in faling verklaarde persoon, indien het onvermogen bewezen is.
Doch wat nog meer aanleiding gaf tot de aanhouding, is dat er een verzekeringspolis bestaat van 50.000 Fr;, die verdwenen is.
Men vermoed dat de broer ermee naar Duitsland is gevlucht, om daar de schuldeisers te voldoen, vermits de verzekeringspolis betaalbaar is op zicht.
Spee werd door de gendarmes aangehouden en weggeleid en zal aangehouden blijven, tot wanneer men de polis zal terugvinden.
De faling werd door het uitbreken van de oorlog pas uitgesproken op 6 oktober 1923.

Bij het openen van het dossier faillissement restaurant Rheinland, na 97 jaar, bleken er 23 ongeopende brieven tussen te zitten, samen met een van de archivarissen werden deze zorgvuldig en vol spanning geopend. Deze brieven waren verstuurd op 22 juni 1923 voor de algemene vergadering van 12 juli 1923 naar de schuldeisers, die samen kwamen om hun geld te ontvangen dat ze nog tegoed hadden van de gebroeders Spee. Dit waren terug gestuurde brieven, niet leverbaar, woont niet meer op dit adres en 2 brieven met de vermelding overleden.

De aanhouding kaderde niet alleen in de rechtszaak van de faling, maar ook in het onderzoek naar de brand in de Rheinland, deze was zo hevig, dat ook de aanpalende gebouwen, de sigarenwinkel Van Gelder, die dan oversloeg op de onpartijdige bakkers vereniging en het burgerhuis en beschadigde twee woonhuizen op de parklaan.

De afgebrande gebouwen en daken in het rood aangeduid

Door de hevigheid van de brand, rees bij de brandweer twijfel over deze brand en verwittigden het parket.
Het parket bestaande uit de heren onderzoeksrechter Morel de Westgaver en de substituut Van der Moeren, waren ’s middags ter plaatse, om de oorzaken van de brand vast te stellen. De schade wordt op drie a vier honderd duizend frank geraamd.
Het is volgens verklaringen van personen die onmiddellijk bij de brand waren bijna onmogelijk dat het vuur er vanzelf zou ingekomen zijn. Op minder dan een kwartier stond alles in lichterlaaie.
De documenten van deze rechtszaak zijn verloren gegaan bij de grote brand in het justitiepaleis van Gent, wel werd het verslag van de brandweer commandant Achtergael bewaard dat gericht was aan de onderzoeksrechter en dat leidde tot de aanhouding van de gebroeders Spee.

Brief nr 116 van 26 september, boek X, archief zwarte doos :

Aan de onderzoeksrechter
Uit de twee verklaringen van de chefs die als eersten op de plaats van de ramp arriveerden, volgt dat geen enkele oorzaak de precieze plaats kon bepalen waar de brand uitbrak.
Toen ik op de tentoonstelling aankwam, dat wil zeggen 12 tot 13 min na te zijn verwittigd, stonden de 4 aanpalende etablissementen in brand. Vanuit mijn oogpunt, ben ik er van overtuigd want nergens waren ze zo nalatig als in restaurant Rheinland, We hebben verschillende schoorsteenbranden geregistreerd en dat omdat we niet konden overgaan tot een wekelijkse vegen, zoals ik had geadviseerd. Bij elk van onze bezoeken ontdekten we dat de bodem vol lag met papier, dozen met stroverpakkingen enz.
Het terrein achter het etablissement tot tegen de muur van het hek wordt als vuilnisbelt gebruikt. Deze toestand is gemeld aan de tentoonstellingscommissie.
Onder deze omstandigheden is het niet verwonderlijk dat de brand door een simpele onvoorzichtigheid een aanzienlijke uitbreiding heeft genomen, alle elementen samen vragen gewoon om een grote brandramp.

brief 12 november, boek X, archief zwarte doos :
Ik heb de eer u hieronder een uittreksel uit het brandrapport van 18 september 1913 mee te delen.
oen ik ter plaatse kwam, merkte ik dat het Rheinland-restaurant, de Van Gelder sigarenshop en het bakkerscafé volledig in brand stonden, aan de ene kant het Colombiaanse museum en aan de andere kant het Burgerhuis sterk bedreigd werden.
Tijdens de aansluiting van een van de waterslangen vloog op zijn beurt het laatste gebouw in brand.
Opgemerkt wordt dat………. na de verklaring van een van de nachtwachten van de tentoonstelling, die de vlammen voor het eerst zag en de brandweerlieden waarschuwde, is de brand ontstaan in het restaurant Rheinland

Bronnen:
Archieven Brandweer, Stadarchief Gent
Archieven Politie, Stadarchief Gent
Rijksarchief, Dossier 871/1799
HLN 08/10/1913
Het Volk 09/10/1913
Vooruit 10/10/1913