De deelname van het Koninkrijk der Nederlanden was officieel. De organisatie werd toevertrouwd aan een commissie samengesteld uit MM. Th. Stuart, commissaris-generaal, Bernard Veldhuis, secretaris-generaal, en G. Fabius, penningmeester. Een commissie onder voorzitterschap van de heer J. Van Hemert, gedetacheerd door MM. H. C. Rehbock en C. Boissevain, vice-president en secretaris, behandelden het koloniale gedeelte.
Het paleis van Nederland, gelegen in de Avenue of Nations, tussen het paleis van de Franse marine en de Belgische Paleis van Mijnbouw, Metallurgie en klein gereedschap, was ontworpen door de heer Van de Voorde in een bepaalde s’ inspirerende Nederlandse constructies; de gevels, het bolvormige torentje, het schuine dak, bezaaid met charmante dakramen, hadden een zeer uitgesproken nationaal karakter. Van alle tentoongestelde producten was er een les in zaken die minister Hubert met oneindige waarde naar voren bracht in de magnifieke toespraak die hij hield bij de inauguratie van de Nederlandse sectie.
De meest perfecte orde had inderdaad de binneninrichting van het paleis voorgezeten. De industriële kunsten waren bijzonder goed vertegenwoordigd; de goudsmid en zilverwerk, aardewerk, keramiek, uitstekende materialen en de vorm en overal bekend, aardewerk, kleuren zowel delicaat en smakelijk, leek klaar om hun ramen of tentoonstelling stands in de vertrekken te plaatsen op oude kisten van gepolijst eikenhout, een mooie haven landschap of de groene weide aan de horizon, waar een windmolen gebouwd werd met het kruis van zijn vleugels.
Op het gebied van decoratieve kunst was beeldhouwkunst een echte openbaring. Aan het einde van de Ere salon stond een groot altaarstuk, dat getuigde van een echt verlangen naar kunst en een onbetwistbare beheersing van de handel; zijn auteur wijdde tien jaar van zijn leven aan de realisatie van dit werk.
Onder de andere producten van de Nederlandse afdeling waren er prachtige leersoorten, boeken, vooral kunstboeken en gravures die deden vermoeden dat het Holland van de Elzéviers niet had toegestaan de tradities van goede smaak, verzorging en van kunst, die het in het verleden beroemd heeft gemaakt.
Afgezien van producten van algemeen klassement, maakte een koloniaal gedeelte de producten van Indië bekend, en de regering van het moederland wees op haar sociale en hygiënische instellingen.
Het ministerie van Justitie presenteerde documenten met betrekking tot het penitentiaire systeem. De ministeries van Landbouw, Industrie en Openbare Werken hebben op dezelfde manier getuigd, door de elementen van waardering die zij ons voor ogen stelden, van hun zorg om te reageren op de economische ontwikkeling van de natie, door een verbetering constant van alles dat de cultuur en het fokken, de situatie van de arbeiders en de grote openbare diensten zou kunnen bevorderen.
Een niet minder interessant compartiment was dat van de maritieme installaties. Holland was meesters op alle gebieden, in de havens en hun werktuigen, evenals in dat van het comfort dat de nieuwe grote schepen en hun snelheid brachten.
Maar de deelname van Nederland aan de Gentse tentoonstelling was breder. Hoewel dit niet de plaats is om er met name over te praten, zou dit echter de reikwijdte van het hartelijke gebaar van Holland naar ons land verminderen, als we ons de glorieuze deelname van de tuinders in de Floraliën niet herinneren, van atleten tot grote sportwedstrijden, van zijn kunstenaars op de Internationale Tentoonstelling voor Schone Kunsten.
De Belgen, en vooral de Gentenaars, dankbaar voor het krachtige succeselement dat door Holland naar hun Wereldtentoonstelling is gebracht, zal de herinnering eraan niet verliezen; zij zullen dat van de beminnelijke en sympathieke meester Stuart, de vooraanstaande commissaris-generaal van de Nederlandse regering, associëren.
Fotopagina Nederland