Het faillissement van de uitbating van het attractiepark, trok ook de zustermaatschappy mee in de afgrond, namelijk Ghent Exhibition Hotels, ook gekend als Ghent Continental Hotels, ze bezaten 2 hotels, het Hotel Majestic, tegenover de ingang van de wereldtentoonstelling op de Kortrijkse steenweg en het Hotel d’Angleterre op het parkplein, een hotel met 1000 kamers, dicht bij het Flandria Palace Hotel.
Beide falingen werden op 9 augustus bij de rechtbank van koophandel te Gent behandeld om een curator aan te stellen. Door het uitbreken van de oorlog werd de zaak pas op 10 februari 1922 de eerste maal behandeld.
De aangestelde Curator Mr Byl, werd eerst als curator aangesteld maar werd in 1920 jaar aangesteld als vrederechter in het 2de kanton van Brussel en de rechter in Gent duidde Louis Fredericq aan als de nieuwe curator.
Louis Fredericq, advocaat van het Hof van Beroep, Coupure 33 te Gent, als curator van de naamloze vennootschap, opgericht door Marsh Knott and Co (Continental Hotel Syndicate); Dat de activa van de onderneming zijn gerealiseerd en dat het bedrag van de passiva vaststaat, dat tijdens het faillissement
niet kon worden afgesloten;
dat in feite de naamloze vennootschap Marsh Knott & Co met als vennoten;
1 John Darlington Marsh
2 Gilbert Marsh
3 Charles Knott
4 De naamloze vennootschap Ghent Syndicate 1913 Limited,
Dat deze vennoten failliet zijn, en dat het nodig was om aan elk van hun curatoren iemand toe te wijzen om de schulden van het bedrijf Marsh Knott & Co aan de verschillende bronnen te horen erkennen. Dat daarmee het faillissement van Marsh Knot & Co pas definitief kan worden afgewikkeld als alle andere faillissementen (Ghent Syndicate 1913 Limited) zijn afgerond.
Dat het zeker is dat nog geruime tijd zal verstrijken voordat een dergelijke situatie zich voordoet en dat het daarom in het belang van bevoorrechte schuldeisers nuttig lijkt om de exposant toe te staan het faillissement van Marsh Knott & Co tijdelijk te liquideren door de beschikbare sommen te laten verdelen onder genoemde bevoorrechte schuldeisers;
Dat de netto activa van het faillissement momenteel 14.168,32 fr bedragen, zoals blijkt uit de bijgevoegde verklaring:
Dat het echter verstandig is dat de exposant het bedrag van 250 frank in zijn bezit houdt om de uitgaven te dekken die later noodzakelijk kunnen worden;
De bevoorrechte schuldeisers zijn :
M. William Preston 1.500,00 fr
Mr Montoisy 162.000,00 fr
Dit houd in dat de eerste schuldeiser volledig zal worden terugbetaald en dat Mr Montoisy een schadevergoeding zal krijgen van 12.418,32 fr, indien de voorzitter van het hof van beroep dit voorstel aanvaard.
Pas vier jaar later in 1926 zou de definitieve uitspraak volgen en besliste de rechter om het bedrag maar aan 1 schuldeiser uit te betalen, daar de kosten door de vele jaren serieus waren opgelopen. Hierop schreef de curator de volgende brief:
Louis Fredericq, advocaat van het Hof van Beroep, Coupure 33 te Gent, als curator van de naamloze vennootschap, opgericht door Marsh Knott and Co (Continental Hotels Syndicate);
Dat het faillissement van de naamloze vennootschap, Marsh Knott & Co afgerond is;
Dat alle beschikbare activa zijn geabsorbeerd door de bevoorrechte schuldeisers de heer Montoisy;
Dat de rekening van het faillissement als volgt is vastgesteld:
Aktiva Passiva
herstelsaldo Byl 15.000,00 fr Algemene kosten 340,98 fr
Ontvangen Ch. Byl 2.479,22 fr Voorkeursclaims:
Gent Syndicaat 33.691,04 fr Mr Montoisy 4.826,37 fr
Gent Syndicaat 7.215,50 fr Mr Preston 1.500,00 fr
Failliet John D Marsh 16.227,39 fr Vergoedingen en kosten
Rente en storting 5.420,69 fr april 1922 979,22 fr
juni 1926 350,00 fr
Beschikbaar
(betaalbaar aan de heer Montoisy) 25.165,50 fr
Totaal 80.033,84 fr Totaal 80.033,84 fr
Met deze oorzaken concludeert de curator dat het u goeddunkt het faillissement van Marsh Knott & co wegens ontoereikend vermogen af te ronden.
Bronnen:
Rijksarchief Gent dossier 1999/ 867 en 868
La Flandre Liberale