Een nieuw reizigersstation voor de Exposition Universel/e et Internationale 1913 – Wereldtentoonstelling.

Vanaf omstreeks 1900 zijn voorbereidingen getroffen voor de Wereldtentoonstelling van 1913. De infanteriekazerne in de Hollandse Citadel is in oktober 1907 verlaten. De citadel werd in 1908 door de Stad aangekocht en langzaam gesloopt om er een gedeelte van de Wereldtentoonstelling te organiseren.

Het ‘Klein Sint-Pietersstation’ (1881) was een treinhalte op de lijn Brussel-Brugge-Oostende. Zicht vanuit de Parklaan. De spoorwegberm is pas in 1911 aangelegd.

De affiche Gand – Capitale des Flandres, die Maison Heins in 1911 uitgaf, bracht meer een reclameboodschap dan een stadsplan dat de terreinen van de Wereldtentoonstelling situeert ten opzichte van het Zuidstation, het eerste Sint-Pietersstation en het nieuwe Sint-Pietersstation (zie afbeeldingen). De idee om een nieuw reizigersstation te bouwen op de lijn Brussel – Oostende was in 1900 door de hogere overheid te Brussel gelanceerd.

N. Heins drukte in 1911 een promotionele affiche Gand – Capitale des Flandres. De terreinen van de Wereldtentoonstelling staan erop aangeduid, evenals het nieuwe SintPietersstation. (Verzameling acmd)r

Ingenieur-architect Louis Cloquet (1849-1920) ontwierp het nieuwe Sint-Pietersstation (1908-1912) en hij beschouwde het als een toegangspoort tot de stad (zie afbeelding).

Zicht op het Sint-Pietersstation van uit de Koningin Astridlaan, voor het Flandria Palace hotel was opgericht. (Verzameling André Verbeke)

Het Flandria Palace hotel, gelegen aan het Sint-Pietersstation, werd in 1912 speciaal voor de wereldtentoonstelling opgericht in opdracht van het Stadsbestuur. Het ontwerp van architect J. Van den Hende bevatte 600 kamers. Het hoofdgebouw werd opgetrokken in duurzaam materiaal. De vleugels in de Prinses Clementinalaan en in de Koningin Astridlaan, tot 1929 Boulevard Albert genaamd, werden na de tentoonstelling, in de winter 1919-1920, afgebroken.

Zicht van onder de luifel van het Sint-Pietersstation op het Koningin Maria Hendrikaplein, opgenomen in 1913. Rechts staat het Flandria Palace hotel. De noordwestzijde van het plein is schaars bebouwd. (Verzameling André Verbeke) 15

Pronken met technische innovaties.

Het stadsbestuur liet het floreren van de lokale industrie, de technische en de wetenschappelijke vooruitgang, op de Wereldtentoonstelling promoten door de stadsingenieurs Compyn & Soenen. Zij verváardigden daartoe de Plattegrond van Gent met peilen opgemaakt door den dienst van de stadswerken. Naast een eloge van de industrialisatie toonde de plattegrond tegelijk de prille verstedelijking nabij het nieuwe Sint-Pietersstation. Veel van de ruimtelijke dynamiek, die zich rond het nieuwe Sint-Pietersstation manifesteerde, was aan de Wereldtentoonstelling toe te schrijven. De ligging van het nieuwe station, ver van het stadscentrum, zou na de expo, en de daaropvolgende Eerste Wereldoorlog, een handicap blijken voor de animatie van handel en horeca in deze stationsbuurt.
Voor de promotie van techniek en industrie liet de Stad Gent een kamerhoge wandkaart maken voor op de Wereldtentoonstelling. Compyn en Soenen vermeldden er de lokale Gentse nijverheid op met de naam van het bedrijf en met de aard van de productie.

Tekst : André Coene

GERAADPLEEGDE LITERATUUR.
Aubry F., Vandenbreeden J., Vanlaethem F., Art nouveau, art déco & modernisme. Lannoo, Tielt, 2006. Balliu J., Het Gentse ‘Miljoenenkwartier’. Van concept tot realisatie van een wijk. 1900 – 1940. Bijdrage tot een sociaal historische benadering van het urbanisme. Onuitgegeven licentieverhandeling. Universiteit Gent, Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte, Sectie Geschiedenis, Seminarie Nieuwste Tijden. Academiejaar 1986-1987.
Bogaert C. e.a., Bouwen door de eeuwen heen in Vlaandern. Stad Gent 19de en 20Ste eeuwse stadsuitbreiding. Deel 4nc, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap RMLZ – Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent, 1982.
Capiteyn A., Gent in weelde herboren. Wereldtentoonstelling 1913. Stad Gent, 1988
De Keukeleire E., Sint-Pieters-Aalst, Sint-Pieters-Aaigem, SintDenijsplein, 3 delen. Gent, 2004.
DemeyA. m.m.v. Dubois M. en Poulain N., lnterbellumarchitektuur 33 in Oost-Vlaanderen, Bestendige Deputatie van de Provincieraad van Oost-Vlaanderen, Gent, 1990.
Fris V., Plans de Gand. lntroduction aux documents topographiques publiés par la Commission des monuments de la Ville de Gand par Victor Fris. Vanderpoorten J., Gent, 1920. Fris V., Les accroissements et les transformations de la superficie batie de la vil/e de Gand au XIXe siècle. Liste chronologique des transformations ou créations de places et rues et des constructions de monuments à Gand au XIXe et au XXe siècle. Bulletijn der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 1920.
Joos L. e.a., Omkijken om beterte begrijpen. Twee eeuwen Gentse stadsontwikkeling. In De Gentse gordel. Stadsvernieuwing in de 19de eeuwse volksbuurten. Stad Gent, 1988.
Meganck L. m.m.v. Poulain N. en DemeyA., Het Miljoenenkwartier. Een Gentse woonwijk uit het Interbellum. Bestendige Deputatie van de Provincieraad van Oost-Vlaanderen, Gent, 1995.
Smets M. (ed.), Resurgam. De Belgische wederopbouw na 1914. Gemeentekrediet, Brussel, 1985.
Van Wesenbeeck P., De urbanisatie van de Wondelgemmeersen (Rabotwijk). In Tijdschrift voor Geschiedenis van Techniek en Industriële Cultuur. Nr.1/2, 1986, p.104-115.
Verhofsté A.M., Wandelen in de Sint-Paulusparochie, Stad Gent, Dienst Monumentenzorg, 2006.
Vermeulen A., De Leie, natuur en cultuur. Lannoo, Tielt, 1986.
Verschaffel B., Gent (het centrum als breukvlak). In Vlees en beton, nr. 28-29, 1995.
Watelet M., Cartografie en politiek in het België van de 19de eeuw.
De beginjaren van het Ministerie van Openbare Werken. Bronnen voor de nationale en lokale geschiedschrijving. Gemeentekrediet, 1987.
Met dank aan Norbert Poulain, André Verbeke en Martine De Raedt.