De britse deelname

Brieven uit het Britse cabinet van 1912

The National archives, dossier CAB37/110/69 Copyright The Kings Crown

Via de Britse National Archives, kon ik vertrouwelijke brieven inkijken van de handelsraad, Board of trade onder leiding van Joseph Chamberlein (Liberal Party), gevestigd in de Whitehall Gardens naar het kabinet ban de eerste minister Herbert Henry Asquith (Liberal Party), 1ste Earl (graaf) van Oxford en Asquith.
Uit deze brieven blijkt dat het ministerie van buitenlandse zaken afkeurend stond tegen de deelname aan de Gentse wereldtentoonstelling, met de reden dat het te vroeg was na de expo van 1910 te Brussel.
De feiten die het departement ertoe brachten zijn mening te beïnvloeden, waren:
(1) Dat andere landen op grote schaal deelnamen, en
(2) Dat er een duidelijke wens was bij bepaalde klasse van fabrikanten om in Gent tentoon te stellen.

Bij het aangehaalde punt 1, werd vooral de nadruk gelegd dat Frankrijk reeds 57.000 vierkante meter gevraagd hadden in Gent, wat beduidend meer was den de 38.000 vierkante meter in Brussel. Frankrijk had nu al 8.500 deelnemende exposanten kunnen vastleggen en experten verwachten 13.000 exposanten, tegen de 10.000 in Brussel. Daar bovenop had de Belgische overheid ook nog een subsidie gegeven van 300.000 pond, vastgelegd in de voorwaarden, dat er in de komende 10 jaar geen subsidies meer werden gegeven voor de komende wereldtentoonstellingen, gehouden in België. Hierdoor is de kans dus heel klein, dat België nog een nieuwe aanvraag zal indienen voor een wereldtentoonstelling gedurende deze periode.
De Duitse regering, nam hierin nog geen beslissing, maar een groep van Duitse industriëlen hebben nu reeds bekend gemaakt dat ze een eerste aanvraag hebben ingediend om 15.000 vierkante meter te reserveren en de groep hoopt, eens zij het voorbereidende werk hebben geleverd, dat de Duitse regering hun werk zal overnemen en een commissaris-generaal zal aanstellen.
Verder werd ook besproken, dat de regering van de Verenigde staten, die niet deelnamen aan de expo van 1910 te Brussel, hebben 10.000 vierkante meter gereserveerd en zelfs Canada en Australië bereiden zich voor om deel te nemen. Canada zou hier een subsidie krijgen van 28.000 pond voor hun deelname.
De tabel met de aangeduide plaatsen per land op deze tentoonstelling, toont aan dat deze expo een grandioos succes zal worden.( deze tabel ontbreekt in het archief)

Voor het aangehaalde punt 2 werden volgende argumenten aangehaald: Bij de meest recente wereldtentoonstellingen bleek het zeer succesvol om regelmatig campagnes op te zetten om de Britse industrie te steunen en de meesten willen ook dat dit op een regelmatige basis gebeurt, omwille van hun patriotisme.
Voor de Gentse wereldtentoonstelling is de drang naar deelname ontzettend groot bij bepaalde takken van de industrie, vooral bij de textielbedrijven, de machinerie voor de textielnijverheid en de pottenbakkerij. Deze drukten in hun brief het belang uit dat de handelsraad het bestuur van de Britse sectie zal leiden, waarbij ze graag de volgende personen in deze raad zouden willen zien zetelen, Platt Brothers van Oldham (stand M2) en Fairbairn van Lawson, Coomb, Barbor Limited (stand M3) de twee grootste industriëlen van machinerie voor de textielsector.
Hun wens hiervoor komt vooral voort uit het feit, dat Duitsland grote inspanningen levert om de Belgische textielindustrie te veroveren met hun machines, wat tot op heden een Britse monopoly is. We ontvingen zelfs berichten, dat een grote en belangrijke Duitse fabrikant reeds machines leverden bij Gentse fabrikanten vrij van alle kosten, met mededelingen met de namen van de klanten aan wie het is geleverd, op voorwaarde, dat de Duitse machines mogen tentoongesteld worden in de machine hal van hun paviljoen. Mede door dit feit dat blijkbaar wordt gerealiseerd door de Britse fabrikanten, en meer van de belangrijkste firma’s zullen het voorbeeld volgen van Fairbairn, Lawson en Platt Brothers om deel te nemen aan de Gentse wereldtentoonstelling, hopende hun monopoly in de machinerie te bewaren.
Van de vereniging van pottenbakkerijen, kregen we reeds massa’s aanvragen voor expositieruimte, de meesten willen dolgraag deelnemen aan de Gentse wereldtentoonstelling, of de Britse regering de participatie steunt of niet, en als ze de toestemming krijgen om te mogen exposeren, zonder de steun van hun regering, dan zal de Britse afdeling waarschijnlijk een expo worden uit het vijfde knoopsgat, een ramp, een catastrofe zoals in Luik en Milaan.
We hebben de afgelopen drie jaar grote inspanningen moeten leveren om steun te krijgen voor de tentoonstellingen die we hebben ondernomen.
Veel fabrikanten hebben ons geholpen, omdat ze vonden dat het hun plicht was om de regering op patriottische gronden te steunen, en we kunnen redelijkerwijs niet verwachten dat ze in de toekomst zullen helpen als we weigeren hen te ondersteunen als ze spontaan naar voren komen, omdat het in hun belang is om te exposeren.

Na deze vergadering van 9 mei , die er hevig aan toe ging, tussen de voor en tegenstanders, werd uiteindelijk besloten om deel te nemen, ook het ministerie van buitenlandse zaken, vond dat een deelname de juiste beslissing zou zijn en men vroeg dan ook een subsidie van 30.000 pond aan.
Ze kozen ook een redelijk prominente plaats op de  expo, tegenover het Franse paleis op de Cour d’Honneur.

Bronnen:
The National archives, dossier CAB37/110/69
Live d’or
Lib UGent : Catalogue Officiel Britannique