Brand in de Zillerthal

Verschillende historici, verklaren dat het paviljoen Zillerthal nooit is gebouwd op de wereldtentoonstelling van Gent, in dit verhaal ga ik het tegendeel bewijzen met de verhalen uit de politie en brandweer archieven en met foto’s uit mijn privé collectie.

Achter de dame ziet u de Zillerthal, links de Monumentale poort

26 mei, vanaf het middaguur is het een hele toeloop naar de tentoonstelling. De trams zitten bomvol en de auto’s en rijtuigen kruisen elkaar gelijk in een grote wereldstad.
In de tentoonstelling is er een massa volk aanwezig, de stedenpaviljoenen, Oud-Vlaendren en vooral in het Moderne Dorp, dat vandaag zijn inhuldiging viert, is het een gewemel, gelijk in een bijenkorf.
Ineens weergalmt het alarmgefluit van de tentoonstelling en van mond tot mond roep men: Brand! Brand! Het volk trekt samen in de richting vanwaar de rook in dikke benauwelijke wolken de lucht opstijgt, juist aan de monumentale poort voor de brug van de spoorweg in de Natiënlaan.
Thaw half vier toen de vrouw de Zillerthal angstig buiten liep en de brand meldde. De toezichters van de tentoonstelling liepen toe en sloegen direct alarm.
Met een ongelooflijke snelheid verspreidde het uur zich over het hele gebouw. De muzikanten vluchten weg, terwijl men in allerhaast in het Indische paviljoen, palende aan de Zillerthal, de tapijten wegdroeg. T’was redden wat er te redden valt.
Op minder dan 5 minuten hadden de pompiers de spuitpomp aangelegd, maar ze werkte niet aanstonds, er gingen enkele angstige minuten voorbij. daar spuit het water, als een balsemende regen boven de rookwolken, terwijl de vlammen kronkelen en klimmen van onder tot boven, en zond 16 uur hebben ze de Zillerthal en het Indisch paviljoen volledig in hun macht.
Er heerst een ogenblik van levendige angst onder de bevolking, voor wie de doorgang aan de Natiënlaan is afgesloten ter hoogte van de ingang van het paleis der Schone Kunsten, dat ernstig bedreigd wordt, daar het, op 2 meter afstand, paalt aan het Indisch paviljoen.
Het sein werd gegeven om het paleis te ontruimen: vier personen, bijna bezwijkend onder hun last, dragen 4 geschilderde panelen buiten het paleis dragen.
Uit het Italiaans paviljoen vluchten de tentoonstellers weg, met hun koopwaren onder de arm, die ze dan te midden van de Natiënlaan plaatsen. Medelijdend kijkt iedereen.
Paviljoen Holland wordt nu ook ontruimd.
De ganse dienst van het Paleis Engeland is ook te been. De bouwmeester is op de daken geklommen, waar vuursprankels op vallen, met Maxima extincteurs, die hij op de bedreigde plaatsen, met goed gevolg inzet, terwijl worden dezelfde extincteurs beneden, waar de kunstwerken tentoon staan, de zaal onder water gezet. Weldra snellen de pompiers ter hulp in de Engelse afdeling om, tegen alle mogelijke uitbreiding van de brand, gereed te staan. Hier en daar is het dak reeds doorboord en zijn er gaten in gebrand.
Plots, een slag als een kanonschot, klettert door de lucht, een ijzeren voorwerp vliegt, uit de Zillerthal over de laan, tien meters hoog de lucht in, neerploffend voor de ingang van het Engels paleis, recht over de monumentale poort, gelukkig zonder iemand te kwetsen. Het was een ijzen cilinder, gevuld met koolzuurstof, die ontploft is.
Het water vloeit nu, bij stromen naar de bedreigde punten uit verschillende spuiten tegelijk en ook uit de grote stoompuit van de brandweer, die aangekomen is.
Het Paleis der Schone Kunsten en het gebouw dat de hoek insluit van het viaduct, zijn in groot gevaar.
Daar het vuur een grote omvang heeft is de hitte zeer hevig en de dienst wordt erdoor bemoeilijkt. Gelukkig is het water overvloedig aanwezig, daar de kanalisatie in aansluiting is met de Schelde.
Tegen 16 u 30 is alle gevaar geweken. Het Indisch paviljoen en de Zillerthal zijn volledig platgebrand, maar de andere aanpalende gebouwen, die onschatbare waarden inhouden, zijn gered. Het nieuws wordt verkondigt van het ene naar het andere eind van de tentoonstelling en de wandelaars nemen stilaan hun vrolijke stemming weer.
De doorgang aan de Natiënlaan wordt nog een tijdje onderbroken, De politie, onder de bevelen van oppercommissaris Van Wesemael, hulpcommissaris Van Herreweghe en commissaris Piron zag zich verplicht beroep te doen op het leger. Twee piketten van het tweede linieregiment en één van het eerste, samen 200 man sterk, kwamen onder bevel van kolonel Lammers hulp bieden.
Meteen zien ze hoe zwaar de woning van kolonel Hennequin, hoofd van de bewakingsdienst, achter de Zillerthal gelegen, door de brand is beschadigd: de daken zijn vernield en de muren gebarsten.
Natuurlijk is de gebeurtenis van de brand, waarvan de oorzaak nog onbekend is, het gespreksonderwerp van de hele avond geweest.
Men is het wel eens geweest, om te erkennen dat door het snelle optreden van de brandweer, de ijverige medewerking van de bewakers en de politie, en de wijze maatregelen tegen brandgevaar, door het bestuur der tentoonstelling genomen, een grotere ramp is kunnen vermeden worden. Het bestuur acht het nodig om de waakzaamheid nog te verscherpen en zal dit zeker niet nalaten.
De geruchten waar het vuur zou ontstaan zijn is nog helemaal verdeeld, dit moet natuurlijk uitgewezen worden door het gerechtelijk onderzoek dat daar omtrent geopend is, evenals over de oorzaak van het ontstaan van de brand. Naar ons persoonlijk oordeel en de naar ons verschafte inlichtingen zou het vuur ontstaan zijn in de keuken van het Zwitsers koffiehuis Zillerthal.
Zodra het noodsein was gegeven, was iedereen die kon blussen of aan orde handhaving kon helpen snelde ter plaatse. Het was ook daar aan te danken, dat het publiek spoedig van de plaats des onheils kon verwijderd worden en dat onze wakkere brandweermannen de handen vrij hadden.
Aan redden viel niet veel te denken, enkele tapijten uit het Indisch paviljoen konden in het parkje van de Natiënlaan geworpen worden en wie het aandurfde om nog een tweede keer in het lokaal te lopen, liep het gevaar op zware brandwonden of zelfs zijn leven.
Midden in alle gewoel, kwamen dan ook alle in de tentoonstelling aanwezige overheden aangesneld. Daaronder bemerkte men de burgemeester Braun, de Hemptinne, Casier, Van Wesemael, opper commisaris van de politie, Van Ginderachter, rechter, de Heem, substituut van de procureur des konings,Deruyck en Morel de Westgaver, onderzoeksrechters enz….
De 25 pompiers van de tentoonstelling vielen met de gekende handigheid van de Gentse pompiers het vuur aan en werden weldra vervoegd door 50 manschappen van de middenpost. Deze mannen stonden allen onder beven van kapitein Achtergaele.
Af en toe kwamen verscheidene pelotons soldaten van het 2de linie regiment aan om de ordedienst te helpen handhaven.
Dat de brand zo spoedig bestreden werd is te danken aan het feit dat het aangetaste gans gedeelte door zijn ligging omschreven was. Links was het afgesloten door de spoorweg, rechts door een gang leidende naar de w.c. en langs achter door de woning van kolonel Hennequin, die ook zwaar beschadigd werd door water en vuur.
Wat is nu eigenlijk de brand geweest en welk nadeel zal de tentoonstelling er door lijden?
Ons inziens, is de brand oppervlakkig genomen, onbeduidend geweest. We geven toe dat hij geldelijk veel schade zal berokkend hebben aan de tentoonstellers. Vooreerst het Zwitsers drankhuis Zillerthal, dat er gouden zaken deed, het zat er elke dag goed vol, dus hun schade zal groot geweest zijn, de Indische afdeling met haar rijke tapijten, deze schade zal ook niet min zijn. Het bestuur van het Indisch paleis geeft een schade aan van 200 000 frank. De tentoonstellende verkopers hebben maar enkele reeds beschadigde tapijten uit de vlammen kunnen redden  We moeten hier wel aan toevoegen dat het Indisch paviljoen verzekerd was tegen alle soorten ongevallen door een Britse firma, dan hebben we nog het leegstaande gebouw, gelegen tussen de Zillerthal en de spoorweg, dit was volgens de documenten verhuurt aan een Brits firma, bij hun zal het afwachten worden of zij enige schadeclaim zullen indienen. Al deze mensen zijn zeker te beklagen, vooral de eigenaars van de Indische afdeling, zij waren heel erg terneergeslagen, amper 1 maand na de opening van de tentoonstelling, alles te verliezen. Doch in algemeen opzicht is de brand, het bespreken niet waard. De plaats die de afgebrande afdelingen besloeg was amper 65 meter lang en 30 meter breed, dus ongeveer 2000m² groot. Wat maakt zo een plekje op het plan uit, het is bijna niet op te merken.
De Gentse tentoonstelling was helemaal niet tevreden met het nieuws door de Brusselse en vreemde bladen de wereld in gezonden. Er waren zelfs Brusselse bladen met een bijzondere uitgave verschenen met als titel: Gent in vuur en vlam. Men spreekt er zelfs van schade aan de Engelse afdeling, doch als men door deze afdeling wandelt is er nergens enige vernieling te bemerken. Misschien is er wel wat schade aan de daken, maar langs daar wandelen de bezoekers niet.
Da dag na de brand was men al bezig met het opruimen van de verbrande overblijfselen, de zwart gerookte muren van de omliggende gebouwen, was men al druk aan het herschilderen. Kortom van de brand zal binnen enkele dagen al niets meer te zien zijn.

Zillerthal in de rode kader

Bronnen :

Archieven Brandweer, Stadarchief Gent
Archieven Politie, Stadarchief Gent
De Vaderland
Het Laatste Nieuws