Staking, het wapen van de arbeider

Staking op de tentoonstelling

Voorbeelden van de macht van het volk in de geschiedenis zijn legio. Reeds in de Romeinse tijd bijvoorbeeld was de seccessio plebis, oftewel het neerleggen van het werk, een effectief middel in handen van de lagere trappen (plebejers) van de maatschappij om zichzelf te laten gelden en rechten te bekomen. De precieze openingsdag van de tentoonstelling lag al maanden van voordien vast. Er was een verstikkende deadline (die zoals we zagen, slechts zelden volledig werd gehaald). Na opening was het van groot belang dat de tentoonstelling als een goed geoliede machine bleef draaien. Net die deadline en druk zouden de broodnodige arbeiders kunnen hebben aangewend om pressie te zetten. Kon men tijdens de tentoonstelling zelf dankzij de nood aan hun krachten ook niet makkelijk druk zetten op de hogere instanties? Op de Amsterdamse Vrouwententoonstelling van 1898 brak staking uit onder de arbeidsters die het knopen van smyrnatapijten voor N.V. Amersfoorsche Tapijtmaatschappij van J.G. Mouton demonstreerden. Mogelijk beïnvloed door een groep socialisten die hun beklag deden bij de opzichter over ‘de schandelijk lage lonen’ van de meisjes, legden zij voor een dag het werk neer. Een andere stimulans die er voor zorgde dat net zij (de jonge meisjes stonden ver weg van de moderne arbeider, waren bijvoorbeeld totaal niet in vakbonden georganiseerd) tot staken overgingen, valt misschien te vinden in het feit dat ze een duidelijke en relatief grote groep vormden op de tentoonstelling en zich daardoor gesterkt voelden. Buiten dit zien we dat er ondanks de spanningen toch weinig directe protesten uitbraken op deze foor 78. Ook in de bronnen over de expo’s die we hier specifiek bekijken, werd er slechts zelden melding gemaakt van een staken van gelijk welk personeel van de tentoonstelling. Dit ondanks het feit dat het blijk geven van ontevredenheid niet volledig onbestaande was, betreffende de tentoonstelling. In Luik werd gewag gemaakt van een onverwachte werkstaking door de zangers die normaal de openingscantate van Badoux ten beste moesten geven. Normaal zou dit stuk door een zes à zevenhonderd zangers en instrumenten worden gebracht. De staking zou nu aanzienlijk beknibbelen op dit aantal. Tijdens een van de laatste repetities verklaarde een groep zangers niet mee te zingen indien men geen gratis abonnement zou verkrijgen voor de foor, een recht dat men wel aan andere groepen medewerkers schonk die mee instonden voor de voorbereidende werkzaamheden der tentoonstelling. Sommigen vreesden dat het concert zou worden afgelast wanneer men niet tot een vergelijk zou kunnen komen ‘te meer omdat de appetijt al etend komt’ en de ‘onderkruipers’ ook sympathie krijgen voor de eisen van de stakers 79.
 Deze laatste staking was er niet echt een van de kleinste man. Wel illustreert het feit dat dit zowat het enige voorbeeld van personeelsstaking is dat we vonden, dat stakingen niet zoveel voorkwamen. Ook toont het mooi aan dat stakingen een gevaar waren. Ze bedreigden belangrijke aspecten, hier van het openingsfeest van de wereldtentoonstelling van Luik en breidden, zoals we kunnen lezen, vaak razendsnel uit. Toch werden de werken op de wereldtentoonstelling slechts zelden neergelegd. Integendeel zelfs. Bekijken we van dichterbij de casus van de Algemene Staking van 1913. 

De Algemene Staking en de Gentse wereldfoor

Deze staking vormde lang niet de enige uit de hier besproken turbulente periode maar was wel uniek in omvang en is interessant door haar vreemde houding ten opzichte van de Gentse wereldfoor. Deze staking ging uit van de socialisten. Al weken, maanden van voordien vinden we in dagblad Vooruit oproepen om deze staking te steunen. 

‘Arbeiders! De GROOTE DAG nadert! Leve A.S80

‘ARBEIDERS! Laat u niet beïnvloeden door de valsche geruchten die rondom de Algemeene Werkstaking verspreid worden. – Toekomende week vallen alle raderen stil.—Dat is hot parool! 81

In 1912 vonden parlementsverkiezingen plaats. Socialisten en liberalen zochten toenadering. Doel was om de katholieken eindelijk te breken. De kans op winst leek reëel. De katholieke meerderheid stond meer dan ooit onder druk. Toch zou alles op een sisser uitdraaien. Het aantal kamerzetels was aangepast aan de bevolkingsgroei en steeg van 166 naar 186. Van die twintig nieuwe zetels wonnen de katholieken er vijftien, de socialisten vier, Pieter Daens één en de liberalen geen enkele. De katholieke regeringsmeerderheid groeide van zes tot zestien. Niet alleen was een groot deel van (de vaak erg gelovige) arme bevolking overgelopen na de erg antiklerikale propaganda van de socialistische partij. Ook hadden toch veel van de onevenredig vertegenwoordigde liberalen hun stem(men) op de katholieken uitgebracht om de socialisten alsnog blok te zetten. In vele gewesten sloeg de woede om de verkiezingsuitslag spontaan uit in stakingen. De BWP kon de opstanden intomen en drukte haar visie op actie door. De socialisten reageerden positief ten opzichte van de idee van een algemene staking maar wilden enkel een staking gekenmerkt door voorbereiding en vreedzaamheid !’ 82.

De media bracht het beeld van een slapende reus die alle activiteiten blokkeerde 83 . De regering zou allerlei vertragingsmanoeuvres uitvoeren waardoor de staking pas in 1913 plaats zou vinden. Op de algemene raad van februari 1913 werd de datum vastgelegd op 14 april. 372.000 mensen verbonden zich de eerste dag met de staking, al gauw werd de kaap van de 400.000 stakers overschreden. Ondanks de ruime deelname, het was de grootste staking in de Belgische geschiedenis, heerste er haast geen agressie. Nergens deden zich grote incidenten voor. Ook scheen België voor het oog niet volledig plat te liggen. Het transport en openbare diensten bijvoorbeeld ontbrak het aan stakingsrecht. Ook, en hier komen we bij ons onderzoek terug, aan de Gentse wereldtentoonstelling schoof de staking zachtjes voorbij 84.
Capiteyn beschrijft dit gebeuren. De bouwwerken van de wereldtentoonstelling van Gent vorderden gestaag. De aankondiging van de stakingsplannen en de afkondiging van de exacte datum vormden een serieus probleem. De opening van de tentoonstelling zou wel eens in het gedrang kunnen komen. De socialisten zouden echter (hier werden ze alleszins van verdacht en volgens ons naar waarheid) de expo tot neutrale zone dopen. Gentse socialisten als Anseele en al zeker Coppieters (directeur van de tentoonstelling (!)) zaten erg met de zaak in hun maag. Eind maart bracht Coppieters alle aannemers van de expo bij zich samen. Men wou voor 14 april de afwerking zien. Liberalen en socialisten ijverden om een staking uit de weg te gaan. Het Algemeen Comité der Gentse Vakverenigingen verklaarde in een brief aan burgemeester Braun dat ze niet mee zouden staken. De gevolgen van de staking voor de expo zouden te verwaarlozen zijn. En toeval of niet, zo Capiteyn, de algemene staking kende een halt twee dagen voor de geplande openingsdag van de Gentse foor 85. De oprichting van een studiecommissie ter hervorming van gemeentelijk en provinciaal stemrecht en de vage belofte om rekening te houden met kieswetgevingen die superieur waren aan de huidige, waren voldoende om de staking neer te leggen. Achter de schermen zouden verdergaande beloftes zijn gedaan die zich pas na de oorlog zouden uiten 86. We spraken al over de flessenhalzen. Arbeiders waren makkelijk te vervangen op de tentoonstellingen. Degenen die dat niet waren, zoals de vele gespecialiseerde werkkrachten op de expo 1913 werden betrekkelijk goed betaald en hadden dus relatief weinig reden tot klagen 87.
Waarschijnlijk is dat velen ook gewoon trots waren op hun werk, en niets hadden tegen de wereldtentoonstelling. Een tendens die we ook terugvinden in de media. Over het algemeen waren de arbeiders gewoon blij dat ze werk hadden. Dit is geen voldoende verklaring om het feit uit te leggen dat de staking van 1913 de tentoonstelling spaarde. Dat politieke en sociale strekkingen tot op het hoogste vlak de tentoonstelling trachtten te bescherming toont misschien aan dat ze de tentoonstelling belangrijk vonden. Steeds meer kwam het sociale naar voor in de tentoonstellingen. In 1913 was zelf een socialistisch politicus directeur van de foor. Iedereen hield van de tentoonstelling, leek er belang bij te hebben dat ze plaatsvond.

Synthese, analyse en vooruitblik

We namen hier de relatie tussen de werknemers van de expo en haar werkgever onder de loep. De tentoonstelling bood werk aan velen. Dat de wereldfoor op deze manier fundamentele en structurele verbeteringen bracht in het leven van een aantal arbeiders werd in de weg gestaan door haar tijdelijkheid. Uiteindelijk bracht de tentoonstelling op dit vlak enkel meer moeilijkheden met zich mee. Ook de werkomstandigheden op de tentoonstelling waren verre van ideaal, toch kwam verbetering. We zagen hier met de congressen voor de eerste maal ook een voorbeeld van hoe de tentoonstelling een actieve rol kon spelen in de verandering. De appreciatie van de arbeiders op en rond de tentoonstelling bleek een duaal gegeven. Wel was er evolutie. Er klonk een steeds luidere klacht tegen de ondankbaarheid voor de geleverde arbeid. Steeds meer initiatieven werden op poten gezet om de arbeiders toch te bedanken. Bijna niemand greep de mogelijkheid om de tentoonstelling als hefboom te gebruiken tot verdergaande verbeteringen. Dat de tentoonstelling niet enkel kwade zaken met zich meebracht was voor contemporaine arbeiders misschien al duidelijker dan wij dachten. De foor is geopend. Een eerste vraag die nu bij ons opkomt is of de foor toegankelijk was voor de arbeider en welke rollen de werkman er speelde?

Tekst : Mahieu Maarten

Bronvermelding :

77 S.n. Uit Luik; Halte là, de prins komt. Vooruit. Vrijdag 26 mei 1905, n°145, p.1.
78 GREVER, M; WAALDIJK, B., Feministische openbaarheid : de nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid in 1898, Amsterdam, Stichting Beheer IISG, 1998, pp.91-93.
79 S.n. Luik; zangerswerkstaking. Vooruit. Zondag 23 april 1905, n°111, p.2.
80 S.n. Arbeiders! De GROOTE DAG nadert! Leve A.S. Vooruit. Zondag 6 april 1913, n°95, p.1.
81 Algemene kop. Vooruit. Woensdag 9 april 1913, n°98, p.1.
82 GONSALIS, A. “De grote politieke stakingen in België”, IN: Vonk,10/04/2002, s.p. (http://64.233.183.104/search?q=cache:X233cGKSXIJ:www.vonk.org/CallReadOnly.asp%3FartikelID%3D317%26status%3D2+vonk+de+grote+politieke+s takingen&hl=nl&ct=clnk&cd=1&gl=be)
83 S.n. Zoo willen wij de Algemeen Werkstaking: kalm en vreedzaam.. Vooruit. Maandag 14 april, 1913 n°103, p6.
84 GONSALIS, A. art.cit., s.p.
85 CAPITEYN, A., op.cit., pp.93-94.
86 GONSALIS, A. art.cit., s.p.
87 CAPITEYN, A., op.cit., p.94