Société Royale d’Agriculture et de Botanique de Gand

De Société Royale d’Agriculture et de Botanique de Gand werd opgericht in 1808 en bestaat nog steeds. In de statuten van de vereniging stond dat het maatschappelijk kapitaal van de vereniging bestond uit 2.500 aandelen aan toonder, elk met een waarde van 100 frank.
Volgens de statuten beslisten de aandeelhouders wie van hen voorzitter, penningmeester en secretaris werd.(1) Oswald de Kerchove de Denterghem was voorzitter van 1886 tot 1906.
In 1913 werd het bestuur van de Société Royale d’Agriculture et de Botanique de Gand geleid door voorzitter Alexis Callier, die reeds in 1906 tot die functie werd verkozen. De Vice-président was A. Ceuterick en in de lijst van raadgevers vinden we graaf De Kerchove de Denterghem en R. De Smet terug. Naast de talrijke bestuurders waren er 35 membre effectifs. (2) In 1835 werd langs de Coupure met de bouw van het Casino begonnen. Oorspronkelijk was dit een industrie- en tuinbouwgebied maar door de bouw van het Casino werd de buurt geherwaardeerd. Deze gentrificatie zorgde ervoor dat de rijke fabrikanten hun residenties aan de Coupure optrokken. Het terrein bestemd voor de bouw van het Casino werd gratis weggegeven door het stadsbestuur en de burgemeester in de hoop dat het de economische welvaart van de stad kon bevorderen en het imago opkrikken. Het Casino werd gebouwd in opdracht van de Société Anonyme d’Horticulture et de Botanique de Gand. Het werd net zoals de Opera door de Gentse stadsarchitect Louis Roelandts ontworpen en in 1837 ingehuldigd door de toenmalige burgemeester Jozef van Crombrugghe.(3) Het Casino met het aanpalende park was meer dan 2,5 hectare groot. Het gebouw bood toen voldoende ruimte aan de Société Royale d’Agriculture et de Botanique de Gand voor de halfjaarlijkse bloemen- en plantententoonstellingen. Daarnaast werden de gebouwen verhuurd aan de Concertvereniging Sint-Cecilia en aan een restauranthouder.
In 1839 vond in dit Casino de eerste vijfjaarlijkse tentoonstelling met internationale jury plaats. Tijdens deze hoogdagen kwamen er veel bloem- en siertelers uit gans Europa. Deze tentoonstelling bestaat nu nog steeds onder de naam Gentse Floraliën. Voor de floraliën die georganiseerd werden naar aanleiding van de wereldtentoonstelling van 1913 was het Casino te klein en werd voor de gelegenheid een nieuw gebouw opgetrokken in het Citadelpark.

De floraliën
In 1903 werden de planten aangevoerd met moderne ‘teuf-teufs’.(4) De koning en prinses Clémentine werden er op zaterdag 18 april opgewacht door een ontvangstcomité. Het was gravin de Kerchove de Denterghem die een boeket orchideeën aan de prinses mocht overhandigden. Er woedde een sneeuwstorm en het moet ijskoud geweest zijn in april.
Koning Leopold liet de volgende uitspraak noteren: “un coup de théâtre, messieurs! Nous passons du Pôle aux Tropiques!”(5)
De floraliën werden omkaderd door feestelijke randactiviteiten. Vrijdagavond 17 april, werd een raout aangeboden door het gemeentebestuur in de salons van het stadhuis aan de Gentse notabelen: “L’orchestre symphonique de l’Association des Artistes musiciens, dissimulé derrière des massifs de verdure, jouait des airs entraînants, ce pendant que les invités faisaient honneur à un buffet bien garni.” Zondagmorgen 19 april, werd er een receptie en lunch aangeboden door de Chambre syndicale des Horticulteurs in de Bourse du Commerce. Het hele gebeuren werd verlucht door een militair concert. ’s Avonds was er een banket in de salons van de Grand Théâtre. Aan de eretafel zaten ondermeer Napoleon de Pauw, O. de Meulenaere, baron Greindl, baron de Kerchove d’Exaerde, H. Lippens, A. de Lanier, de Kerchove d’Ousselghem, baron della Faille, Vercruysse, en Claeys-Bouäert. Tijdens het banket was er muziek van het 1er régiment de ligne.(6)
De floraliën van 1908 begonnen vrijdag 24 april met een receptie om 9 uur in de salons van het Casino gevolgd door een lunch om 14 uur en een lezing om 17 uur. ‘s Avonds werd in de Grand Théâtre een galavoorstelling gegeven verzorgd door de Comédie française georganiseerd door l’Avenir horticole (zonen van de leden van de Société Royale d’Agriculture et de Botanique de Gand). Julia Bartet, Gabrielle Robinne, Raphaël Duflos en Jacques Fenoux die toen bekende artiesten waren, traden op. Stonden op het programma: Le baiser van Théodore de Banville, Les Caprices de Marianne van Alfred de Musset en La Paix du Ménage van Guy de Maupassant. De entr’actes werden opgevuld met een concert in de foyer.(7)
Zaterdag werd de tentoonstelling officieel geopend met een bezoek van de koning en de koninklijke familie. De koning had op voorhand gevraagd om de toegangswegen en de lanen naar de annexen van de floraliën zo breed te maken dat hij ze kon bezoeken per automobiel. Uiteindelijk is hij per trein gekomen en heeft hij de floraliën toch te voet bezocht. Zondagmorgen 26 april werd er een monument ingehuldigd ter ere van graaf Oswald de Kerchove de Denterghem. ’s Middags was er een bloemententoonstelling op de Kouter en een wedstrijd voor de beste bloemenverkoper. Om 17 uur was er dan een banket in de salons van de Grand Théâtre voor meer dan 300 gasten. Er waren verschillende lange toespraken die volledig werden weergegeven in de Revue d’Horticulture.(8) Donderdag 11 juni was er een slotbanket met vijftig genodigden om iedereen te bedanken die had meegewerkt.
Onder de aanwezigen bevonden zich Ghellinck de Walle, Alphonse Leirens en graaf André de Kerchove de Denterghem, en ook de leden van het ondercomité Pers.(9) Opmerkelijk was dat douairière Oswald de Kerchove de Denterghem naar aanleiding van het eeuwfeest van de Societé tijdens de floraliën een prijs schonk: een kunstvoorwerp ter waarde van 500 frank. Winnaars van de wedstrijden tijdens de floraliën van 1908 waren onder andere de Ghellinck de Walle die in de prijzen viel voor zijn cycades (palmvarens) en Firmin de Smet uit Vinderhoute voor een serie bloeiende serreplanten en voor planten van de Kaap
en Nieuw Holland. Ook Joseph de Hemptinne kreeg vaak vermeldingen.
In 1913 werden drie maal floraliën georganiseerd die samenvielen met de Wereldtentoonstelling.
In de zomer werden ze verzorgd door de Cercle Van Houtte. De voorzitter van deze kring was Joseph de Hemptinne maar de leden bestonden voornamelijk uit professionele tuinbouwers. De herfst-floraliën werden ook georganiseerd door een comité van professionelen. Maar de belangrijkste waren die in de lente, ingericht door de Société Royale d’Agriculture et de Botanique. Voor deze floraliën werd speciaal een paleis gebouwd in het citadelpark.(10)

Bronnen :
DE ADEL IN HET GENTSE MONDAINE VERENIGINGSLEVEN AAN HET BEGIN VAN DE TWINTIGSTE EEUW, Simon Lateur
1 Archief van de Gentse Floraliën: Statuts de la Société Anonyme d’Horticulture et de Botanique de Gand.
2 Archief van de Gentse Floraliën. Conseil d’Administartion de la société de 1913.
3 Bonte (M.), De Coupure in Gent: Scheiding en verbinding. Gent, Academia Press, 2009, pp. 62-68.
4 Revue de l’Horticulture Belge et étrangère, Gent, 1903, p. 98.
5 Ibidem, p. 98.
6 Ibidem, p. 168.
7 Ibidem, p. 143.
8 Ibidem, p. 169.
9 Ibidem, p. 220.
10 Drèze (G.), Le livre d’or de l’Exposition universelle et internationale de Gand en 1913. Gent, Vanderpoorten, 1913, pp. 261-276.