Rue du caire, van faillissement tot brandstichting

Op 6 september 1913 wordt het faillissement aangevraagd voor de attractie Rue du Caire in het attractiepark (citadelpark), deze werden uitgebaat door Bonet et Bouvard, ondernemers in algemene werken voor wereldtentoonstellingen, schrijnwerkerij, stand en decoratie in staff en hadden er ook het paviljoen van Indië gebouwd. Bonet Leopold directeur en eigenaar van het etablissement Rue du Caire verbleef op de Boulevard Leopold 87 te Gent. het is alleen Bonet die zal gedagvaard worden voor deze faling.
Verslag van de rechtbank van 8 maart 1923:
De rechtbank van koophandel van de zetel Gent, sprak het faillissement uit van de heer Leopold Bonet, uitbater van de Rue du Caire van de wereldtentoonstelling van Gent op 6 september 1913.
Hetzelfde Vonnis stelt de heer Gabriels, zetelende rechter, als commissaris en riep de heer Heyse op voor de functies van curator.
Inmiddels is de heer Heyse benoemd tot adjunct-procureur des konings te Dendermonde heeft de rechtbank ons ​​aangesteld om hem op te volgen.
De curator kreeg toestemming om de exploitatie van de Rue du Caire tijdelijk voort te zetten, maar realiseerde zich dat deze exploitatie met de dag zwaarder werd en schortte deze vrijwel onmiddellijk op.
Al bij ons aantreden was het onze zorg om alles wat mogelijk bleek op te sturen om in rekening te brengen en zo konden we op 17 november 1913 bij de materialen komen die eigendom waren van de failliet verklaarde.
Deze verkoop bracht 5.300 fr op, wat de enige troef is die we konden realiseren.
Omdat bepaalde delen van de Rue du Caire door brand zijn verwoest, hebben we geprobeerd de schadevergoedingen te krijgen die in het verzekeringscontract waren voorzien.
Daarin zijn we niet geslaagd, aangezien de rechters hebben erkend dat de gefailleerde een fout heeft begaan door geen verzwaring van het risico aan te geven.
De afwikkeling van het faillissement heeft langer geduurd dan we wilden: het hing namelijk af van de uitkomst van andere processen waarin het hof van cassatie pas in de loop
van vorig jaar uitspraak deed.
We zijn de faillieten sinds de oorlog uit het oog verloren. Hij was in overeenstemming met de wet tot deze vergadering geroepen.
Aangezien er geen voorstellen tot schikking zijn gedaan, stellen wij voor de afwikkeling van het faillissement voort te zetten.
Het vermogen, zoals ik u vertelde, wordt gevormd door de som, 5.300
waaraan de rente wordt toegevoegd, 1.266
het totale vermogen is dus 6.566

De totale verplichting is 51.305.fr en is als volgt onderverdeeld:
passief voorrecht 64,03
ongedekte aansprakelijkheid 51.241,57

De administratie van het faillissement vereiste een uitgave van 1.501,97 die als volgt wordt verdeeld:
Kosten griffie 166,10
Ereloon rechters 375,60
Verzending vonnis 12,30
Veranderende kosten 40,00
Stadswater 4,65
Diversen 153,32
Kosten curator 1.000,00
Totaal 1.751,37

De activaspreiding gemaakt van bevoorrechte vorderingen en beheerskosten laat een bedrag van 4750,00 fr over om uit te keren, aangezien de concurrente
schuldeisers een totaal vertegenwoordigen van 51.241,57 fr.
De aan hen te betalen afwijking is dus 9,25%.
Einde brief rechtbank.

De schuldeisers kregen dus nog geen 10% van hun tegoeden uitbetaald. De Britse firma Tondi & Co verloor hierbij het meeste geld, zij hadden namelijk de Rue du Caire gebouwd en ook voor alle muurschilderingen aangebracht. Bij het ondertekenen van hun contract kregen ze een voorschot van 10% en werden verder nooit betaald, In hun brief van 21 mei, vragen ze ook om te bevestigen om het restaurant te schilderen en vragen ze om 100 fr te betalen, hun brief van 22 02 1919 vraagt aan de rechter het resterende bedrag van 4.799.50 fr.


Op 4 juni 1913 schreven ze Bonet aan om alvast een betaling uit te voeren van 1000 fr. waar niet op werd gereageerd en ze dus een deurwaarder inschakelden, net zoals de Firma Van Boeckxel, Steendam 58 te Gent, die na geen betalingen ontvangen te hebben en in hun brief van 8 mei staat dat Bonet akkoord ging met hun prijs en werken, en  een deurwaarder lieten komen, hierop kregen ze een brief van Bonet op 16 juni 1913 om langs te komen in de Rue de Caire na het bezoek van hun deurwaarder. Niemand was aanwezig van de verantwoordelijken in hun attractie.


Een derde grote schuldeiser was de Gentse beeldhouwer, Moulinas, hout-, beeld- en kermiswerken, die alle beeldhouwwerken voor hun had uitgevoerd.

Enkele brieven uit het dossier werden hier getoond, het volledige dossier telt bijna 200 pagina’s.
Omdat er sprake is van een brand, die niet in de archieven van de wereldtentoonstelling zijn terug te vinden, moet deze zijn aangestoken na het sluiten van de wereldtentoonstelling. Hiervoor zal ik binnenkort terug in het archief van de Gentse brandweer moeten gaan zoeken.

De brandstichting.
Tijdens de nacht van 27 op 28 oktober, brak er een hevige brand uit in het Grand Café Restaurant Metropole, juist naast de ingang van de Rue du Caire.

De Parijse brandweer, afgevaardigd tijdens de expo begon aan de bluswerken en riep de versterking in van het Gentse korps omwille van de hevigheid en omvang. Daar deze attractie reeds verlaten en verzegeld was sinds 9 september, is hier duidelijk opzet mee gemoeid. van deze brand bestaat er geen volledig verslag, alleen een notitie bij de Gentse brandweer naar de Parijse collega’s.

Bronnen :

Rijksarchief Gent, dossier 1999/869
Archief brandweer; de zwarte doos Gent Boek 10: 26/06/1913 – 22/07/1914 pagina 163