HET LEGER OP DE WERELDTENTOONSTELLING TE GENT

Bij de planning en verdeling van de verschillende plaatsen en standen in de Belgische sectie van de tentoonstelling kreeg het leger drie naast elkaar gelegen zalen toegewezen.
Het militair organisatiecomité had als eerste taak het dagelijks leven van de soldaat en het nieuw materiaal waarover ze beschikten aan het publiek te tonen. Als tweede opdracht moesten ze de verschillende fabrieken en werkhuizen die voor het leger werkten in de verf zetten.
Zoals het vaak gebeurt was de planning uitstekend maar liet de uitvoering ervan te wensen over. Als gevolg van onvoorziene uitbreiding, toegestaan aan naburige exposanten, moesten de militairen spoedig twee zalen afstaan.
Er bleef dus nog één hal met een klein annex over.
Baron de Broqueville, minister van Oorlog, kwam de afdeling op 16 juni officieel inhuldigen. Hij was vergezeld van luitenant-generaal Blanquaert, voorzitter van het comité, gevolgd door de luitenant-generaals T’Serclaes, Guiette en George, de hoofdintendant Belche en de generaal-majoors Stappaerts, Coveliers en de Jamblinne de Meux. De baron de Kerchove d’Exaerde, gouverneur van Oost-Vlaanderen, de staatsminister Caoremans en verschillende andere burgerlijke autoriteiten namen deel aan het ceremonieel.
Na een toespraak door de minister van Oorlog bezochten de personaliteiten de zaal. Laten we ze in gedachten volgen en stand per stand zien wat ze er konden bezichtigen. (Nummering volgens plan Afb. 1).


1. De nationale fabriek van oorlogswapens (Herstal). De verschillende geweren, pistolen en soorten munitie door de fabriek vervaardigd. Twee motorrijwielen en twee fietsen merk F.N.


2. De werkhuizen Cockerill (Seraing). Twee kanonnen en een houwitser speciaal ontworpen voor de vesting Antwerpen.
3. Het constructie-arsenaal van Antwerpen. Dit arsenaal is gespecialiseerd in de aanpassing van voertuigen aan de noden van het leger. Er worden tentoongesteld; een postvoertuig (a) een apothekersrijtuig (b) en een ambulance (c).


4. Kanonnengieterij van Luik. Verschillende kanonnen, mortieren en houwitsers met hun projectielen.
5. De wapenfabriek van de Staat (Luik). Mitrailleurgeweren Maxim, Hotchkiss, Lewis en Madsen met hun munitie.
6. De maatschappij Franco-Beige (Luik). Het automatisch pistool Bayard en het mitrailleurgeweer Berthier (ook gebruikt in de militaire luchtvaart).


7. Een miktoestel uitgevonden door de Belgische kapitein Wilmotte.
8. Beweegbaar doelwit uitgevonden door kapitein Gennotte.
9. Twee voertuigen van de Telegraaf-kompagnie.
10. Reconstructies van spoorwegbruggen.
11. De Algemene Inspectie van de Genie met de plannen van verschillende kazernen in België.
12. Een genieregiment met een fotoreportage over werken door hen uitgevoerd.
13. Het cartografisch instituut van het leger. Alle mogelijke landkaarten op verschillende schaal.
14. De school voor vuurwerkmakers (pyrotechnic).
15. Het geniepark met een gereedschapwagen (w) en een takelwagen (x).
16. Stel schoeisels gemaakt door meesterschoenmaker M. Ooghe van het 3e Linie-regiment.
17. Het werkhuis voor militaire uitrusting Fonson. Alle mogelijke kledijen uitrustingsvoorwerpen.
18. Beddegoeddienst van het leger. Er is nog steeds een bed met twee plaatsen tentoongesteld.
19. De conservenfabriek van het leger.
20-21. Het museum van de soldaat: het 1ste Linie en de Grenadiers stellen sporttrofeeën, instructieboeken en reglementen ten toon, ook foto’s over het dagelijkse leven in de kazerne.
22-23. De Cadetten- en pupillenschool; foto’s.
24. De wapenfabriek van de Staat met een apparaat om de snelheid van een afgeschoten projectiel te meten.
25. Het werkhuis voor militaire uitrusting Van Rosbroek.
26. Eerste hulpmateriaal van Ernesta Carsten.
27. Cartografische meetmethode van kommandant Evrard.
28. Optische signalen van kommandant L’Heureux : code overgebracht met lichtsignalen.
29. Verschillende types hoefijzers gesmeed door de smid M. Van Holme.
30. Een lanspuntbeschermer, dit toestel moest verwondingen vermijden bij het oefenen van de “charge” door de lansiers.
31. De school voor vestings-artillerie; fotoreportage.
32. De normaalschool voor gymnastiek; fotoreportage.
33. De school van het vliegwezen; fotoreportage.
34-35. Smeedwerk van M. Manshof; zowel hoefijzers als ijzers voor onder soldatenschoenen.
Het kleine lokaal naast de tentoonstellingszaal was volledig ingenomen door het legermuseum. Men toonde er de verschillende types uniformen en bewapening door het Belgisch leger sedert 1830 gedragen, afbeeldingen van beroemde Belgische krijgslieden, schilderijen van veldslagen, souvenirs uit de expeditie naar Mexico enz. enz.
Het comité had zijn best gedaan. Al het voorziene was, in mindere mate, aan bod gekomen. Enkele soldaten van het 2de Linie uit de Leopoldskazerne hadden het genoegen de zaal en de tentoongestelde voorwerpen te
bewaken. Ze hebben dit welliever gedaan dan op het Sint-Denijsplein te gaan oefenen.
Het schijnt dat de interesse van de meeste bezoekers uitging naar de conservenstand. Speciaal de mannen keken wantrouwig naar de dozen “boeuf-bouilli”, ze dachten daarbij waarschijnlijk aan hun piottentijd en aan de “ratatouille” en de “bouletten”.

Bron : Roger VAN AERDE