Het bezoek en de ontvangst der dagbladschrijvers

Op 9 april 1912 had de ontvangst plaats der dagbladschrijvers door het bestuur der wereldtentoonstelling. 85 dagbladschrijvers van België en de voornaamste briefwisselaars van de buitenlandse bladen, werden in een rijtuig van het station Gent Sint-Pieters en Gent-Zuid naar het tentoonstellingsterrein gebracht, en langs de grote ingang, onder de dome door, waarboven de vlaggen wapperden van de deelnemende landen aan de wereldtentoonstelling, binnen geleid.
De dagbladschrijvers werden in het bureel Uitvoerend Comité door Casier en Coppieters, de algemene bestuurders der wereldtentoonstelling en hun hooggeplaatste gasten verwelkomd.
In de grote bovenzaal, werden hun alle plannen getoond en kregen alle nodige inlichtingen van Casier.
Daarna wierpen ze een blik op de vooruitgang der werken. Allen stonden letterlijk versteld over de ver gevorderde staat van de tentoonstellingsgebouwen en de grote werken welke hiermee in verband staan. De genodigden begaven zich daarna tot De Sterre en namen er de terreinen onder beschouwing, welke ook deel zullen uitmaken van de tentoonstelling.
Vandaar begaven de genodigden zich naar het feestpaleis in het park, alwaar hun de plannen van het park werden voorgelegd en zij alle inlichtingen verkregen van Coppieters.

De heer Coppieters deed in tegenstelling met de vroegere tentoonstellingen, de grote vooruitgang der werken uitschijnen en verklaarde dat alles tegen het einde van december aanstaande (1912)klaar zou zijn.

Hij stelde hun ook de architect Oscar Van de Voorde, ontwerper van alle gebouwen der tentoonstelling, en ingenieur Cadola, bestuurder der werken voor.
Na hun bezoek aan het park bezocht te hebben tot in de kleinste details, werden ze in 32 voertuigen naar de vergrotingswerken van het museum in het park voor een bezoek, vandaar vertrokken ze langs de Citadellaan, de Bijlokekaai, de Lindelei, de Koophandelsplaats en de Schouwburgstraat, naar het Post hotel op de Kouter, waar hun een prachtig banket werd aangeboden, dat bijgewoond werd door 130 genodigden.
Een uitgelezen orkest, onder het bestuur van Oscar Roels, verwelkomde de genodigden op hun allerliefste stukken.
De heer Cooreman bedankte eerst de dagbladschrijvers die in het Frans schreven en sprak daarna de Nederlandstalige dagbladschrijvers, die talrijk vertegenwoordigd waren op dit feest.
De heer Lybaert, voorzitter van de dagbladschrijvers der Vlaanderen, zei het volgende :

Mijnheeren, mijn eerste woord is een woord van dank aan het adres van M. Cooreman, eenen van de voorzitters der tentoonstelling, die het goed gedacht heeft gehad een deel van zijnen heildronk aan de drukpers, in het Vlaamsch uit te spreken.
Ik dank hem in naam der talrijke Vlaamsche dagbladschrijvers, hier aangezeten, voor het bewijs, voor de erkenning onzer taal in deze plechtige omstandigheid.
Ik neem tevens de gelegenheid te baat om eveneens het bestuur der tentoonstelling te bedanken, zoo goed de tweetaligheid in acht genomen te hebben. Al wat hier vandaag, door het bestuur, wordt aangeboden (het vormt een rijk en kostbaar archief): spijskaart, gids der stad Gent, plans der tentoonstelling, plan van Oud-Vlaanderen, een omslag met postkaarten en reclaamzegels, is in beide landstalen gesteld.
Dit is een wijze maatregel, welke bij vroeger in België gehouden wereldtentoonstellingen geheel of gedeeltelijk werd over het hoofd gezien, maar welke, wij zijn er zeker van, in het vervolg steeds in eere zal gehouden worden.
Dat gezegd, verhaast ik mij in naam der Vlaamsche dagbladschrijvers aan het inrichtend comiteit der tentoonstelling de stellige verzekering te geven onzer algeheele medewerking. Wij zullen uit al onze krachten de pogingen steunen van de inrichters dier groote en grootsche onderneming, die tot eere en roem zal strekken van het Vaderland en tot glorie en fierheid van het geliefde Gent, de hoofdstad van Vlaanderen.
Ik verzeker het uitvoerend comiteit, in het algemeen, en het bestuur, in het bijzonder, dat de Vlaamsche dagbladschrijvers trouw aan hunne zijde zullen staan tot verwezenlijking dier gewichtige, nationale onderneming, die moet en zal slagen.
Mijnheeren, ik drink op het welgelukken onzer wereldtentoonstelling en op de gezondheid der mannen die er aan het hoofd van staan.

Ook de andere verantwoordelijken van pers en schrijvers namen hierna het dankwoord en wensten de bestuurders alle succes toe met hun onderneming.
Daarna gebruikten de genodigden hun koffie n de grote hal van het hotel en vertrokken daarna per rijtuig naar het zuidstation, waar ze met een bijzondere trein, met salon rijtuigen, huiswaarts keerden.
De heer Clement, uitbater van het Post hotel kreeg veel lof over zijn banket, dat door de genodigden als prinselijk werd bestempeld, ook de drukkers, de heren Vanderpoorten en Vanderhaegen werden geroemd om hun kunst en hun tweetalig drukwerk.
Tot slot dient gezegd te worden, dat het bestuur der tentoonstelling gezorgd had, dat alles in beide talen was.
Later zou blijken, dat dit echter niet het geval was voor de tentoonstelling zelf, waar bijna alles in het frans was en dit tot grote Vlaamse protesten leidden.

Bronnen :

Gazette van Gent

Gand Exposition

Briefwisseling WT13