het bezoek der provincieraadsleden

Het bestuur der tentoonstelling, had het idee opgevat om op 18 juli 1912, ter gelegenheid van de gelegenheid der opening van de buitengewone zittijd van de provincieraad, de leden uit te nodigen voor een bezoek aan het terrein der  tentoonstelling. Een veertigtal leden van de raad met de Gouverneur, De Riemaecker, voorzitter, en Roman d’Ertbuer, ouderdomsdeken, aan het hoofd, hebben die uitnodiging aanvaard en vergaderden rond 15 u 30 in de grote zaal van het bureel der uitvoerend comité, waar ze werden opgewacht door het comité van de  expo. Alsook waren de provinciale ingenieurs en afdelingshoofden van het provinciaal bestuur aanwezig.

De nieuwe Vlaamse en Franse plannen werden  aan de bezoekers uitgedeeld volgens hun taalkeuze. De heer Cooreman, voorzitter van het uitvoerend comité, verwelkomde de genodigden in het Vlaams ; Hij bedankte hen voor het blijk van belangstelling in de onderneming, die zij toonden door het bezoek aan de tentoonstelling en hij hoopte dat na het bezoek, en na zich overtuigd te hebben van het ijverig streven van het bestuur, tot het wellukken der tentoonstelling, die niet alleen aan de stad Gent ten goede komt, maar die een nationaal streven is, in het voorbeeld voor het ganse koninkrijk, de sympathie van de provincieraad zich ten gepaste tijde op praktische wijze zou uiten. Deze woorden vonden algemene instemming.

Daarna bezocht men het terrein, tot aan het paviljoen van de stad Gent, een kopie van het Prinsenhof, waar Keizer Karel geboren werd, terwijl de heer Coppieters en de andere leen van het bestuur de bezoekers allerlei inlichtingen gaven over deze grootse onderneming.

Na nog een kleine attentie in het lokaal van het uitvoerend comité, trokken de bezoekers nu naar het park, om het feestpaleis te bezoeken, nadat Van de Voorde, bouwmeester en Cadola, algemeen opzichter der werken aan hun werden voorgesteld, te midden van de in aanbouw zijnde hallen, gaf de heer Coppieters breedvoerig de uitleg bij de plannen der bouwmeesters, over de restaurants, die op het einde van de hallen zouden komen. Deze hebben een breedte van 60 meter, terwijl hij er met trots aan toevoegde, dat het Cristal Palace in Londen, dat als een wereldwonder werd bestempeld, slechts 23 meter breed is.

Hij vermelde ook dat om dit groots ontwerp te kunnen uitvoeren, het park heeft moeten verkleinen, maar dat er na de tentoonstelling aan de overzijde van de spoorweg een nieuw, nog veel groter park zou komen, waar de dicht opeen gedrongen Gentse werkersbevolking in volle maat verse lucht zou kunnen inademen en waarvoor, hoopte hij, de provincieraad  mild zou willen wezen. (Dit grote park, is het de Smet-de Nayerpark geworden, zeker zo groot niet als men liet uitschijnen.) De heer De Riemaecker, voorzitter, drukte de overtuiging uit dat de raad naar alle vermogen zou handelen.

Hierna werd heel de inrichting van het feestpaleis bezocht. De provincieraadsleden waren hoogst voldaan  over alles wat zij gezien hadden en drukten hun mening uit, dat de tentoonstelling een groot succes tegemoet ging, waartoe iedereen beloofde mee te werken.

Bronnen :

Gazette van Gent

Gand Exposition

Briefwisseling WT13