Het bezoek der Duitse tentoonstellers

Een 50 tal leden van het comité en tentoonstellers, waaronder tal van ingenieurs, bestuurders van grote werkhuizen, nijveraars, handelaars uit verschillende Duitse steden, geleid door de heer Becker, voorzitter van het  comité van de Duitse afdeling, vergaderden  op 14 oktober  om 14 u 30 in het feestpaleis, waar zij begroet werden door  baron de Kerchove d’Exaerde, gouverneur  van de provincie, A. Vercruysse, voorzitter van het beschermcomité, Jean de Hemptinne, commissaris der Belgische regering, Maurice de Smet-de Naeyer, bestuurder der tentoonstelling en de heren Leon Van Hollebeke, De Brabandere en De Cock, adjunct algemene secretarissen.

De rondleiding gebeurde door M. de Smet-de Naeyer met de nodige uitleg, die werd vertaald door de heer Becker. Na het feestpaleis, bezocht men het terrein van de tentoonstelling en herhaaldelijk drukten de bezoekers hun bewondering uit over de praktische opvatting en de prachtige uitvoering der hallen.

Aan de plaats gekomen, rechtover het paleis van de Congo, waar de hallen der Duitse afdeling gebouwd werden, wenste de heer Becker zijn landgenoten in hun landstaal welkom op “den Duitse bodem” te midden de oude Stad Gent en de provincie Oost-Vlaanderen, hij sprak daarna in het Frans om de leden van het uitvoerend comité en de bestuurders van de tentoonstelling te bedanken, voor de vriendelijke hulp die de inrichters van de Duitse afdeling steeds genoten hadden.

Dan het woord in het Duits hernemende, drukte hij zijn spijt uit dat de Duitse regering, tot nu toe, haar officiële ondersteuning niet had willen verlenen aan de deelneming van de Duitse nijverheid en handel aan de Vredeskamp te Gent in 1913, te meer daar in dit jaar Wilhelm II, zijn 25 jarig jubileum als keizer van Duitsland zal vieren, die hij gedurende reeds meer dan 24 jaar zijn zwaard scherp, zijn wapenuitrusting blank en zijn buskruit droog gehouden heeft, als trouwe bewaker van de Europese vrede !

In tussentijd is een bijzonder comité dapper aan het werk gegaan om Duitsland toch op een waardige wijze op de wereldtentoonstelling te Gent te vertegenwoordigen.

Boven onze hal prijkt in grote letters : “Duitschland” maar daarnaast ook ” Uit eigen kracht ! ”  Wij rekenen nog steeds op de ondersteuning van de regering, en in dit vertrouwen zien wij naar de hoofden van twee verenigde natiën : Z. M. koning Albert  van België en Z. M. den Duitschen  keizer Wilhelm II, die wij toeroepen : ” Sie leben, hoch ! hoch ! hoch !”

De Ingenieur G. N. Reinhart, gaf nu op het plan enige uitleg over de verdeling der hallen, de voorzorgsmaatregelen ie tegen het brandgevaar genomen zullen worden — onder meer zal een bestendige wacht Duitse brandweermannen  de lokalen bewaken. Hij spoorde de Duitsers vurig aan deel te nemen aan de tentoonstelling, opdat hun afdeling, 12.000 m² groot, even belangrijk zou zijn als deze van de mededingende landen, die veel grotere oppervlakte beslaan en gaf hen tenslotte de verzekering dat het inrichters comité de belangen der tentoonstellers onder alle omstandigheden ten beste zal behartigen. Hier eindigde  de plechtige ontvangst.

Na een kort bezoek aan Oud-Vlaendren, die terecht door de bezoekers bewonderd werd, nam men afscheid van Maurits de Smet-de Naeyer, om elkaar terug te ontmoeten om 18 uur aan het Posthotel voor het feestmaal. daar werden redevoeringen uitgesproken door de heren Handelsraad Junk, algemeen bestuurder der Saksische Machienenfabriek te Chemmitz, ondervoorzitter van het inrichtingscomité der Duitse afdeling, Cooreman, voorzitter van het uitvoerend comité en Braun, idem, die in het Duits sprak, de heren Becker en van Mulsheim. De heer Collignon, consul van Duitsland te Gent, had zich wegens familiale rouw doen verontschuldigen.

Na afloop van het feestmaal hebben vele Duitse bezoekers in de grote schouwburg de laatste bedrijven van “Aida” bijgewoond.

Bronnen :

Gazette van Gent

Gand Exposition

Briefwisseling WT13