Geraardsbergenaars op de expo

Op 26 april 1 91 3 wordt de Exposition Universelle et Internationale de Gand door koning Albert l en koningin Elisabeth plechtig ingehuldigd. Deze zevende expo op rij is de meest spectaculaire in het kleine België, dat zich intussen heeft ontpopt tot een industrieel wonderkind. Het is een flamboyant spektakel geworden van een ongebreideld geloof in de technologische vooruitgang. Op een terrein van 125 ha tussen de huidige De Pintelaan en het Citadelpark vergapen honderdduizenden bezoekers zich aan de majestueuze hallen, paleizen en paviljoenen. Ondernemers en bedrijven overal in het land verdringen zich voor een plek op de Belgische afdeling, waar zij hun kunnen op het vlak van Nijverheid en Handel etaleren. Ook Geraardsbergenaars zijn er van de partij …

Zwakke vertegenwoordiging

De verfranste Gentse burgerij grijpt het evenement aan om haar macht en invloed te laten gelden. Niet te verwonderen dat Frankrijk op de Wereldtentoonstelling met 10.562 exposanten manifest aanwezig is.
Affiches, pamfletten, invitaties en publicaties worden in het Frans opgesteld. Het ministerie van Industrie en Arbeid brengt bij deze gelegenheid een catalogus uit van alle Belgische exposanten en, hoewel de titel in beide landstalen staat, is de catalogus zelf volledig in het Frans (1) .

Hoewel de provinciehoofdplaats dicht en goed bereikbaar is, toch is de aanwezigheid van Geraardsbergse deelnemers bedroevend laag. Het zijn hoofdzakelijk Franssprekende nijveraars die op de Expo staan. Voor de kantnijverheid, in de 1 9de eeuw nog bijzonder florissant in de Oudenbergstad, daagt slechts één exposant op. Het is de 36-jarige Edmond Lepage, die op het Stationsplein 41 woont en, aldus volgens de catalogus, er zijn dentelle Chantilly noire aanprijst. Volgens de auteurs P. Wardle ( Londen, 1868) en Daimeries ( Brussel, 1893) zou één van zijn voorzaten, Joseph Gislain Lepage (1813-1862), de kantnijverheid in Geraardsbergen hebben ingevoerd. In Gent moet Lepage optornen tegen 35 kantfabrikanten uit andere locaties. (2)

Met veel poespas bejubelt G. Drèze in zij n Livre d’Or de l ‘Exposition Universelle de Gand en 1913 de vitaliteit en de voortdurende vooruitgang van de tabaksverwerkende industrie. De productie van sigaren (en sigaretten) – in 1913 toch een belangrijke economische activiteit in Geraardsbergen – wordt bijzonder geprezen, maar enkel Antwerpen, Gent, Luik en Brussel worden hierbij vernoemd . Van de 85 fabrikanten die op de Expo staan, is er slechts één Geraardsbergenaar. Het is Franz Crusener met zijn Manufacture Générale de Cigares, Cigarettes et Tabacs, gevestigd in de Oudenaardsestraat 43. De overige 52 sigarenfabrikanten, die het gidsboekje van de stad Geraardsbergen uit 1912 vermeldt, zijn niet van de partij (3).

Gent is tijdens de belle époque de textielstad van Vlaanderen en dit mag niet onopgemerkt voorbij gaan.
In het prachtige Palais de la Mode et des Industries Textiles vinden 42 exposanten een stand. Voor burgemeester Adrien Flamant (1846-1923) is het niet alleen een prestigezaak maar ook een unieke gelegenheid om de producten van zijn Fabrique de Tissus Pure Laine, gevestigd in de Denderstraat, aan een breed publiek voor te stellen.

Het voorplein van de Belgische afdeling met links het ‘Palais de la Mode et des Industries Textiles’. Het gaat hier louter om façadearchitectuur, die volgens het zogenaamde staf/procédé {een skeletbouw van hout, metaal en pleister) snel kan worden opgetrokken.

Grote afwezige is de toch wel belangrijke Geraardsbergse dranknijverheid. Van de acht stadsbrouwers noch van de vier producenten van spuit- en mineraal water geen enkele stand. Toch hebben niet minder dan 319 Belgische brouwerijen en frisdrankbedrijven zich ingeschreven voor de Wereldexpo. We vinden overigens ook bijvoorbeeld geen vertegenwoordiging van de vijf lokale lucifersfabrikanten of van de papier- en kartonindustrie.

Ziekenzorg

Niet meteen te verwachten is de vermelding in de catalogus van het bedrijfje van farmaceutische producten van Emile Vandendaelen & Fils, gevestigd achter zijn woning in de Karmelietenstraat 29-37 langs de Denderoever. De 66-jarige Vandendaelen stopt als praktiserend apotheker en drogist in 1911, maar leidt, samen met zijn zonen Julien en Hector, de onderneming verder tot zijn overlijden in 1918 De firma werd opgericht in 1871 en levert zowel geneesmiddelen als toestellen aan meer dan 300 apotheken in het land(4) . Voor hem is de Wereldtentoonstelling een welgekomen evenement om het familiebedrijfje te promoten. Op het medische vlak vinden we verder dokter Emile Van Bockstaele (1870-1954), aanwezig als diensthoofd van het Sanatorium pour Femmes. De Clinique du Sacre Coeur, op de hoek van de Gasthuisstraat en de Meersstraat, zou volgens F. De Chou maar gering succes kennen, zodat de kliniek vanaf 1907 tevens als sanatorium gaat dienst doen (5) .

De firma ‘Emile Vandendaelen & Fils ‘ achter de huizenrij van de Karmelietenstraat en uitgevend op de Denderoever omstreeks 1920. Alleen het bedrijfsgebouw links is vandaag nog bewaard gebleven. (Privé-verzameling P Haegeman)

Beroepsonderwijs

In de Belgische afdeling wordt ook veel aandacht besteed aan het beroepsonderwijs, dat voortdurend aan belang wint en op de Expo een eigen stand heeft. Onder de rubriek Enseignement spécial, industriel & commercial wordt voor het onderricht van jongens de Ecole industrielle de Grammont (6) vermeld. Beroepsonderwijs voor meisjes wordt gepromoot door het Institut Marie et Joseph (7), gevestigd in de Abdijstraat, en door de Ecole professionelle de M11e Rens in de Gaffelstraat. Het gaat hier om onderwijzeres Aimée Rens (1851 -1934), die circa 1880 deze private vrije school heeft opgericht en jarenlang bestuurd (8). Volledigheidshalve vermelden we nog de deelname aan de Expo van de Vereeniging der pensioenkassen en ziekenbeurzen van Geraardsbergen en omliggende gemeenten, gevestigd op de Markt 8.

Geld, geschiedenis en cultuur

Om de Gentse Expo te kunnen realiseren, is al vroeg in de studiefase gezocht naar financiële middelen .
Via een openbare lening wordt in 1907 de Gentse bevolking opgeroepen het door de regering vereiste garantiekapitaal samen te brengen . Aandelen van 100 frank worden vlot verkocht en niet minder dan 1.552 aandeelhouders brengen zo een bedrag van 1.51 0.700 frank samen, voldoende om aan de eisen van de regering te vol doen. Deze financiële waarborg reslteert in de oprichting op 6 juni 1908 van de Société Anonyme de l’Exposition Universelle de Gand. (9) Hoewel de meeste geldschieters uit het Gentse komen, ziet tenminste één burger uit onze contreien brood in dit initiatief. Het gaat om ‘ kasteelheer’ Arthur Vander Linden (1 859-1 938), voormalig burgemeester van Goeferdinge en decennialang katholiek provincieraadslid ( 10) . Zijn participatie zal later maar weinig opleveren want d e Wereldtentoonstelling eindigt met een grote schuldenput. (11)

Naast het socio-economische leven wordt in een aantal zalen de geschiedenis en cultuur van de Vlaamse steden belicht. Dit gebeurt aan de hand van manuscripten en allerhande gebruiks- en kunstvoorwerpen.
Ook Geraardsbergen wordt hiervoor aangeschreven . In de loop van 1912 krijgt notaris Désiré Declercq (1845-1923) bezoek van de voorzitter van het inrichtend comité van l’Exposition de l’A rt Ancien. Declercq belooft de man stappen te zullen doen om objecten (vlaggen, halskettingen, insignes .”) van oude lokale ambachten of corporaties ter beschikking te stellen van de Wereldtentoonstelling. Na twee herinneringsbrieven, op 10 januari en op 25 februari 1913, stuurt Declercq een kaartje met de mededeling “qu’il n’a rien obtenu “. (12) C. Dreve spreekt dan weer in zijn werk over ” les plus belles Argenteries” (13) . Eén metersgroot schilderij is de bezoekers zeker niet ontgaan: Gezicht op Geraardsbergen van Joos de Momper uit 1590-1600 (14). Het is speciaal voor de tentoonstelling – met goedkeuring van de eigenares mevrouw Campen (15) – tijdelijk overgebracht uit het kasteel van Nederboelare. Geraardsbergen wordt overigens niet meteen als kunststad gepromoot (16). In het album Les Congrès à l’Exposition de Gand 1913 worden kunstminnende expogangers aangespoord voor een excursie naar OostVlaamse steden in de omgeving van Gent om hun stedenschoon. Het gaat dan om Ronse, Temse, Oudenaarde, Dendermonde en Aalst.

De ‘Nijverheidsschool van Geeraardsbergen ‘(‘Ecole Industrie/Ie de Grammont] in de Buizemontstraat (zichtkaart met postdatum 12 maart 1913). In 1 938 werd er lokalen aangebouwd voor de Rijksmiddelbare school (Privé- verzameling P. Haegeman)

Victor Fris

Is de deelname van een aantal Geraardsbergse fabrikanten aan de Wereldtentoonstelling ondermaats, één oud-Geraardsbergenaar heeft zeker aan de uitstraling van het evenement een belangrijke bijdrage geleverd. Het betreft Victor Fris (1877-1925), historicus, leraar, docent aan de Gentse universiteit en bibliograaf. In 1916 zal hij Victor van der Haeghen opvolgen als stadsarchivaris van Gent. Vanaf 1904 woont Fris onafgebroken in de Arteveldestad, waar hij zich vooral toelegt op de studie en publicaties over de geschiedenis van het graafschap Vlaanderen en in het bijzonder over het rijke verleden van Gent. Hij is gewoon lid van het inrichtingscomité van l ‘Exposition de l ‘Art Ancien en van Van Eyck en ligt mede aan de basis van de Wijk Oud Vlaendren, één van de bekendste realisaties van de Wereldexpo. Het stadje is ontworpen door architect Valentin Vaerwyck (1882-1959) en omvat 74 reconstructies van historische gebouwen uit geheel Vlaanderen. Behalve Gent, komen er nog negen Oost-Vlaamse steden en dorpen (17) aan bod, maar Geraardsbergen wordt hierbij ontzien. Fris leidt bezoekers rond en zorgt tegelijk voor een historisch gidsboekje, uitgegeven in de beide landstalen. Met betrekking tot de Van Eyck tentoonstelling verschijnt van zijn hand nog in 1913 de bijdrage La patemité du retable d L’ Agneau Mystique in het tijdschrift Revue de Belgique. (18)

Ter gelegenheid van de opening van ‘Oud Vlaendren ‘ op de Gentse Wereldtentoonstelling verschijnt van de hand van Victor Fris een gidsboekje, in beide landstalen.

Vincent Diericx

Op de Wereldtentoonstelling moeten we ten slotte nog één Geraardsbergenaar vermelden die betrokken is bij de organisatie. Het gaat om Vincent Diericx (1862-1947), katholiek kamerlid van het arrondissement Aalst in 1894-1898 en gemeenteraadslid van Geraardsbergen in 1890-1895 en in 1899-1911 . Deze gewezen stadsbrouwer staat na zijn reis naar Belgisch-Kongo in 1911 bekend als fervente voorstander van de koloniale politiek. Hij raakt goed bevriend met Jules Renkin, toenmalig minister van Koloniën die nauw betrokken is bij de inrichting van de Belgische Koloniale Afdeeling en het Panorama van Congo. Niet verwonderlijk dat Diericx gevraagd wordt hierbij toe te treden als commissaris van de daartoe opgerichte groepscomiteit.(19)

Voorkaft van de “Catalogus-Leidraad voor de Belgische Koloniale Afdeeling en voor het Panorama van Congo later via Vincent Diericx in het bezit van de in omstreeks 1920 opgerichte Koloniale Kring van Geraardsbergen. (Privé-verzameling D. Surdiacourt)

En de bezoekers?

Wie van de stadsbewoners in 19l3 af zakt naar de Gentse Wereldexpo? Zijn het er veel? Op deze vragen
blijven we het antwoord schuldig. Toch is heel wat propaganda gevoerd rond het evenement en is er op geen frank gekeken. Zo is bijvoorbeeld het affiche met de afbeelding van de Maagd van Gent voor de Gentse torens op een half miljoen exemplaren gedrukt en verspreid.
Van wie we zeker weten dat hij de Expo heeft bezocht, is de negentienjarige Arthur Broeckaert (1894-1977), die later dokter wordt en bekend staat als auteur van enkele Vlaamse romans. Op de Expo laat hij er zijn silhouet knippen door een portretknipkunstenaar. (20)

Slotbeschouwing

De Wereldtentoonstelling te Gent eindigt op 31 oktober 1913 in mineur met een financiële kater, kort daarop gevolgd door het uitbreken van Wereldoorlog I. De deelname van Geraardsbergse exposanten is bijzonder ondermaats. Moeten we een mogelijke verklaring zoeken bij een verminderd enthousiasme voor een Wereldexpo, want alleen al in België volgen de edities elkaar snel op: Antwerpen (1885), Brussel (1888), Antwerpen (1894), Brussel (1897), Luik (1905) en Brussel (1910)? Het wordt meer en meer een showgebeuren met een tanende impact op de nationale economie. Intussen sputtert in Geraardsbergen de lokale industrie en zijn het handvol kleine familiebedrijven niet opgewassen tegen de ondernemingen in de grote steden. Van het stadsbestuur zelf komt geen enkel initiatief voor deelname. Tot slot bevestigt dit evenement voor ‘uitwijkeling’ Victor Fris het gezag dat hij als erudiet historisch vorser geniet.

Bronnen :
“NAAR DEN EXPO!” GERAARDSBERGENAARS OP DE WERELDTENTOONSTELLING TE GENT IN 1913 van Jacques de Ro
(1) Gand 1913. Exposition Universelle et Internationale. Catalogue de Ia Section Belge. / Gent 1913 . Wereldtentoonsttelling. catlogus der Belgische Sectie, Bruxelles, 1913, Monistère de l’lndustrie et du Travail .
(2) J. DE Ro, Parels bij een prille industrialisatie. Geraardsbergen op porseleinkaarten, deel 2 : kant in Gerardimontium, 201 2, nr . 245,p. 20-21 ; M . COPPENS, Crammont: centre belge de la dentelIe de Chantilly au XIXè111e siècle, U.C.L., scriptie, Leuven, 1 984, p. 41 : Edmond zet de beroepstraditie van zijn vader, Alphonse Lepage-De Paepe, verder en neem t ook deel aan de universele tentoonstelling te Brussel in 1 91 0 . Hij staat nog genoteerd als kantfabrikant in 1926. In 1912 zijn in de stad acht kanthandelaars bedrijvig.
(3) V. VA BossuYT, F. W1LMOTTE, Gidsboek voor de stad Geeraardsbergen, Geraardsbergen, 1912, p. 162-163.
(4) F. DE CHou, Medische zorgverleners in Geraardsbergen in de negen tiende eeuw, deel 4, in Gerardimontium, 2006, nr. 207, p. 34.
(5) F. DE 0-1ou, Medische zorgverleners . . . , deel 2, i n Gerardimontium, 2006, nr. 205, p. 26-27.
(6) Ook bekend als de Nijverheidschool van Geeraardsbergen. Dit gebouw werd opgetrokken op het oud kerkhof in de Buizemontstraat.
(7) Beter bekend als ’t Zusterhuis.
(8 ) J.L. Rens, Stamboom van de familie Rens uit Geraardsbergen, Geraardsbergen, 1 971 , p . 30: deze auteur vermeldt dat Aimée Rens al in 1906 naar Brussel is verhuisd. Blijkbaar is nadien de school op haar naam blijven voortbestaan.
(9) A . Capitein Gent in weelde herboren. Wereldtentoonstelling 1913, Gent, 1 988, p. 84.
(10) De figuur van Arthur Vander Linden wordt uitvoerig beschreven in J. DE Ro, Van landgoed tot vakantiepatronaat. Geschiedenis van het kasteel van de familie Vander Linden te Goeferdinge, in Gerardomontium, 2011 , nr . 237, p. 5.
(11) Gand- Exposition 1913 / Gent – Wereldtentoonstelling 1913, organe officielle de I’expostion universelle et internationale de Gand-1913, j g.1 , 1 5 december 1911 , p. 149.
(12) L. Cleynens, De archiefvormers binnen de naamloze maatschappij van de wereldtentoonstelling i Gent in 1913, proefschrift, V.U.B., Brussel, 1996, inventaris. Waarom notaris Declercq en niet bijvoorbeeld het stadsbestuur zelf hiervoor wordt gecontacteerd, is onduidelijk .
(13) C. Dreze., Livre d’Or de l’Exposition Universelle de Gand en 1913, Gent, 1913, p. 306: het mooiste zilverwerk (meer specifiek tafelzilver).
(14) J. De Ro, i.s.m. D. Surdiacourt , M. VAN Trimpont , J. Coppens, L. Beeckmans, N. e: Brouwer, N. Van Liefferinge, G. Weilemans -De Muur ro nd Geraardsbergen . Van gesloten naar open stad, Geraardsbergen, 2009, p. 117-1 20; N.N., L’Exposition de I’ Art ancien dans les Flandres, in Gand Exposition 1913. Numero Spéciale de la Revue de Belgique, s. I., 1913, p. 31 .
(15) Gabrielle Du Ry van Steeland (‘1 872- 1 947), echtgenote van vrederechter Victor Campen.
(16) Geraardsbergen verliest in een eeuw tijd tal van historische monumenten: de stadsmuren en -poorten, de abdijkerk, het begijnhof, het penitentenklooster en het Sint-Jansgodshuis. In het tijdschrift Gand -Exposition 1913 / Gent – Wereldtentoonstelling 1913, organe officielle . . . , jg. 3, 1 0 januari 1913, p. 5 wordt op één pagina haar historische gebouwen, Krakelingenworp en Tonnekensbrand beschreven.
(17) Het gaat om Sint-Niklaas, Lokeren, Oudenaarde, Dendermonde, Aalst, Zottegem, Wichelen, Temse en Laarne.
(18) Gand -Exposition 1913 / Gent – Wereldtentoonstelling 1913, organe officielle . . . , jg. 2, 31 juli 1 91 2, p. 148-152. In 1913 verschijnen diverse bijdragen van V. Fris over de Wereldexpo: in boekvorm V. FRIS, La Vieille Flandre, Brussel, 1 913 (in het Nederlands Oud Vlaanderen. Wereldtentoonstelling te Gent) . En de artikels La ville de Gand et la Vieille-Flandre à l ‘Exposition in het tijdschrift Revue de Flandre, en Inleiding tot Exposition universelle et internationale de Gand. Wereldtentoonstelling van
Gent. MCMXIII. Drapeaux, bannières. Souvenir de la ” Vieille Flandre”. Vlaggen en wimpels. Aandenken van “Oud- Vlaanderen “, Brussel, 1913.
(19) D . Surdiacourt, Koloniale vergezichten voor Geraardsbergse thuisblijvers, in De Witte Congo. Congo ya pembe, Cramayereeks .4. ,2008, p.1 3; Exposition Universelle & lnternationale en 1913. Catalogue- Cuide de la Section Coloniale Belge et du Panorama du Congo. Wereld & lnternationale tentoonstelling te Gent in 1913. Catalogus-Leidraad voor de Belgische Koloniale afdeelingen en voor het Panorama van Congo, Brussel, 1913, p. 9, 109. De hoger vermelde Geraardsbergse firma Eile Vandendaele et Fils vinden
we ook terug in de Koloniale afdeling.
(21’) D. Sudancourt, Arthur Broeckaert en zijn keuze voor de Vlaamse Hogeschool te Gent (191 6- 1918) , in Geradumotnium, 2010, nr. 230, p. 5. In een briefkaart van Broeckaert aan zijn ouders op datum van 20 september 1913 doet hij kort zijn verhaalover zijn bezoek aan de Expo: “(. . . ) Maar daar veel mer-er over vetellen? ‘k Kon dan evengoed den bijbel uitschrijven: zang en voordrahten met de macht …