Gazette van Gent 1910

Hoever men stond in 1910 met de wereldtentoonstelling van 1913.
Voor u verzameld uit  31 600 edities van De  Gazette van Gent.

27 juni 1910
Het bestuur van de Wereldtentoonstelling en het schepencollege hebben stappen aangewend om al de heren commissarissen-generaal van de tentoonstelling te Brussel uit te nodigen om onze stad te bezoeken, met de bedoeling hun de merkwaardigheden te tonen, alsook de plaats die voor onze World’s Fair is aangeduid en er aldus een krachtige en doeltreffende propaganda voor te maken.

6 augustus 1910
Er is beslist dat de definitieve plans, opgemaakt door de bouwkundige Oscar Van de Voorde, voor oktober zullen aanvaard worden. Tegen die tijd wordt heel het terrein dat voor de Wereldtentoonstelling is bestemd met paaltjes afgetekend, zodat het publiek dat er wordt toegelaten, zich ter plaatse een juist denkbeeld zal kunnen geven van de uitgestrektheid van de onderneming.

29 augustus 1910
Er komt iets dat ons wel enige bezorgdheid inboezemt. Tot nu toe heeft men op alle tonen en bij alle gelegenheden gezegd en herhaald dat de Wereldtentoonstelling te Gent zal plaatshebben in 1913. Bij alle ontvangsten in het stadhuis en elders nodigde men de vreemde bezoekers uit, in 1913 in Gent terug te keren.
Volgens een vraaggesprek schijnt dit jaartal thans niet meer zo vast te staan.
De heer Cooreman zou immers gezegd hebben: Zal de Wereldtentoonstelling plaats hebben in 1913?
Indien er zich omstandigheden voordoen waaruit blijkt dat de bijval meer verzekerd zou zijn in 1914 of 1915, mag men zich niet aan het jaartal 1913 houden en moet het voorbeeld van Brussel worden gevolgd, waar de tentoonstelling eerst bepaald was voor 1908.
Voor talrijke belanghebbenden ware het echter noodzakelijk zo spoedig mogelijk een bepaalde datum vast te stellen. Van de andere kant is het te vrezen dat de talrijke, onmisbare werken welke het stadsbestuur te Gent moet laten uitvoeren, ook op de lange baan worden geschoven als de tentoonstelling wordt uitgesteld.

2 oktober 1910
Gent werd bezocht door 36 gemeenteraadsleden en 12 dagbladschrijvers uit Parijs. Ze werden op de Kouter aan het Posthotel ontvangen door leden van de Société Française de Bienfaisance.
In een optocht van 16 open rijtuigen en 2 breaks bezochten ze de voornaamste gebouwen en monumenten zoals de Leopoldskazerne, de fontein de Kerchove op de Citadelboulevard, het park, de kruidtuin en het Museum van Schone Kunsten.
De heer Bellan, voorzitter van de Parijse gemeenteraad, nodigde de Gentse raad uit voor een bezoek aan Parijs in april van het jaar 1911.

6 oktober 1910
Om tot de ruchtbaarheid ten voordele van de Wereldtentoonstelling bij te dragen zullen 10 000 exemplaren van de Gids van Gent worden uitgedeeld in het Gents paviljoen te Brussel. Er zullen Vlaamse, Franse, Engelse en Duitse gidsen moeten zijn.

11 oktober 1910
Het Uitvoerend Comiteit begaf zich gisteren met een vijftal automobielen en vergezeld van de heer Van de Voorde buiten de Kortrijksepoort, om een bezoek te brengen aan de uitgestrekte gronden van de tentoonstelling. Deze werden op zijn aanwijzing gans doorlopen.
Hij heeft er zich op toegelegd zoveel mogelijk de gronden van Sint-Pieters-Aalst in hun huidige toestand te behouden, in de breedste mate de bestaande beplantingen te eerbiedigen en zorgvuldig de uitbreiding van de onteigeningen te vermijden.
Daarna ging men in de Handelsbeurs over tot de aanstelling van de Algemene Bestuurders Jozef Casier, Emiel Coppieters en Maurits de Smet de Naeyer.

22 oktober 1910
De algemene commissarissen van de Wereldtentoonstelling van Brussel kwamen om 10 uur 15 in de Zuidstatie aan en werden met 21 automobielen die ter beschikking waren gesteld door het Inrichtend Comiteit, naar het Posthotel op de Kouter overgebracht. De gezant van China verwekte in zijn nationale klederdracht
nogal wat verbazing bij de talrijk samengestroomde menigte.
De bezoekers werden opgewacht door de heren Carels en Cooreman, voorzitters, Boddaert, algemene secretaris en Van de Voorde, bouwkundige.
De heer Cooreman drukte de hoop uit dat zij tijdens hun kortstondig bezoek zich zouden overtuigen van de belangrijkheid van Gent op gebied van handel, nijverheid, geschiedkunde en sociale ontwikkeling en zij hun bezoek weldra zouden hernieuwen.
Tijdens het feestontbijt in de Arsenaalzaal van het stadhuis werd door de heer Hubert, minister van arbeid en nijverheid, de verzekering gegeven dat de regering de tentoonstelling zal steunen:
“We hebben in België twee rassen, het Waalse en het Vlaamse. Het Waalse ras heeft onlangs te Luik getoond wat het op allerlei gebied kan en vermag en het is niet meer dan billijk dat men te Gent, de hoofdstad van het oude Vlaanderen, laat zien waartoe het Vlaamse ras in staat is.
Het is niet alleen uw recht maar ook uw plicht, de Wereldtentoonstelling zo schitterend mogelijk te maken en de regering zal u hierin krachtig bijstaan.”
Om 3 uur 30 vertrokken allen per automobiel naar het Museum van Schone Kunsten, waar in de zaal van de bestuurscommissie de plans van de tentoonstelling waren opengespreid. De heren Coppieters en Van de Voorde verschaften aan de bezoekers alle gewenste inlichtingen. Rond 4 uur en een kwart gingen de meeste gasten een rijtoer maken langs de terreinen te Sint-Pieters-Aalst.