Festival van de inauguratie van het Van Eyck-monument

De broers Hubert en Jean van Eyck behoren tot de grootste figuren in de kunstgeschiedenis. Sinds enkele jaren eisen geautoriseerde routes voor deze illustere schilders een monument in de stad, dat er prat op gaat het grootste deel van het beroemde uiterlijk van de aanbidding van het Lam Gods te hebben.
Geen enkel moment kan beter worden gekozen om een ​​dergelijk gedenkteken in te wijden dan het jaar 1913; de drukte op de World Expo accentueerde het internationale karakter dat de initiatiefnemers van het evenement hadden gewenst.
Hare Koninklijke Hoogheid de Gravin van Vlaanderen schonk het werk haar Hoge Mecenas.
Buitenlandse en Belgische erecommissies brachten de namen bijeen van de hoogste persoonlijkheden. Geplaatst onder het erevoorzitterschap van de heer Beernaert, staatssecretaris en voorzitter van de Hoge Raad voor Schone Kunsten, was het organisatiecomité als volgt samengesteld: president, de heer Joseph Casier, voorzitter van de Monumentencommissie Gent; Vice-voorzitter, MM. Jos. de Smet, voorzitter van de artistieke cirkel, Georges Hulin de Loo, van de Koninklijke Academie van België, en kanunnik G. vanden Glieyn, voorzitter van de Vereniging voor Geschiedenis en Archeologie van Gent; secretaris: Dhr. Paul Bergmans, docent en 1e sub-bibliothecaris van de universiteit; Adjunct-secretaris: de heer Marcel Wyseur; penningmeester: Jos. Neve; leden: MM. Jean Delvin, Victor Fris, Armand Heins, Louis Maeterlinck, Henri Pirenne en Alphonse Van Werveke.
 
Het lidmaatschap van een groot aantal persoonlijkheden in de wereld van de kunst maakte het Van Eyck-evenement populair in alle landen; aanvragen stroomden samen uit de wereld van kunstenaars en uit kringen van amateurs; musea, academies, universiteiten, genootschappen van geschiedenis of archeologie, openbare autoriteiten, soevereine overheden behoorden tot de abonnees.
De plechtige inhuldiging van het monument vond plaats op 9 augustus 1913, op de Internationale Federatie voor Geschiedenis en Archeologish Bedrijven Congres in aanwezigheid van HM de Koning, de autoriteiten van de World Expo, de provincie en de van de stad Gent, afgevaardigden van het Institut de France, de Koninklijke Belgische Academie, de Koninklijke Vlaamsche Akademie en een grote menigte. Het monument ligt aan het St. Bavo-plein in de kathedraalkerk die het juweel van de twee meesters bewaart.
De inaugurele rede werd gehouden door Joseph Casier, een van de promotors van het evenement en voorzitter van het organisatiecomité. Hij herinnerde zich de ontstaansgeschiedenis van het van Eyck-monument en drong aan op het internationale karakter van het eerbetoon aan de twee meesters. Hubert en Jan van Eyck nemen te veel ruimte in beslag in de geschiedenis van de kunst om niet te worden onderworpen aan een algemene hulde, waarbij ambtenaren van bevriende naties. Het is deze huldeblijk die het Organiserend Comité wilde benadrukken in het monument dat aan de stad Gent werd aangeboden. Zittend naast elkaar op een troon, in een ernstige en ernstige houding ontvangen Hubert en Jean van Eyck de eer van de menigte; mannen, vrouwen, kinderen beklimmen de trappen van de troon en hangen slingers van bloemen op, een getuigenis van hun bewondering. Hubert, serieus en peinzend, mediteert op de pagina’s van het heilige boek om zich te laten inspireren door de apocalyptische visie; aan zijn voeten herinneren palet en borstels aan zijn beheersing: Major quo nemo repertus; naast hem, John, die jonger was, aangetrokken door het mooie design van zijn voorganger, staat op het punt het meesterwerk van hun leven af ​​te ronden.
 
Aan de twee meesters, gekleed in het kostuum van hun tijd, verzet zich tegen de menigte die de kunstenaar in een modernere toon behandelde.
Op de rug van de troon houdt het genie van het schilderen een lauwerkrans in; aan beide kanten herinnert een inscriptie aan de ceremonie van vandaag en zijn betekenis.
Eximiis pictoribus Huberto en Johanni van Eyck – Belgicum aliorumque populorum cere publico et privato.
De wapenschilden van de landen die deelnemen aan het evenement sieren de basis en herinneren toekomstige generaties aan het belang van het eerbetoon aan de twee schilders.
Het ontwerp en de uitvoering van het monument zijn het werk van Georges Verbanck; Hij zet al zijn artistieke ziel en al zijn energie te bereiken in een relatief korte tijd, een werk dat niet onwaardig is om het werk van de meesters te verheerlijken.
Het is goed om te associëren op naam van de heer Verbanck, die van de architect Valentin Vaerwyck die instond voor het architecturale en decoratieve gedeelte.
Het van Eyck-monument verkondigt een herinnering aan de geschiedenis; hij is de uitdrukking van bewondering.
Het feest van de  inhuldiging van het van Eyck monument  vond haar complement in de volgende formele zitting van het XXIII Congres van de historische en archeologische Federatie van België; het succes was aanzienlijk; een groot publiek, waar de belangrijkste Belgische en buitenlandse artistieke en wetenschappelijke notabelen opvielen, vulde de enorme zaal van het Koninklijk Muziekconservatorium.
De heren. Graaf Durrieu, van het Institut de France, M. Swarzenski, directeur van het Stadel-museum; Mr. Maurice Brockwell, kunsthistoricus in Londen; De heer Pol de Mont, conservator van het Antwerps Museum, hulde achtereenvolgens aan Hubert en Jean van Eyck in het Frans, Duits, Engels en Vlaams.
Aan de heer Jos. Smet, voorzitter van artistieke en literaire kring van Gent en een van de belangrijkste initiatiefnemers van het monument van Eyck, had de eer om de omvang van de internationale eerbetoon aan twee heren samen te vatten; in uitstekende bewoordingen toonde hij daarin voorlopers; hun werk is het startpunt van nieuwe richtingen voor kunst en kunstenaars.