De mast van Lalaing

Base de mât-électrique

Vanaf 1887 zal Jacques de Lalaing een hele tijd aan een project bezig zijn, dat hij aanvankelijk
“Base de mât-électrique” noemt, wanneer hij dat op de Brusselse Salon van dat jaar exposeert in een plaasteren uitvoering.
Het gaat om een sculpturale basis voor een lantaarnpaal van de elektrische verlichting, die in die jaren stilaan opkomt.
Rond een mast kronkelen slangen en klauwen tijgers, die elkaar als prooien in de gaten houden.
Het succes dat Jacques met dit werk oogst, zet hem aan om het idee op grotere schaal uit te werken met als doel het op een openbare plaats opgericht te krijgen.
Het eerste idee is om de lantaarnpaal voor het Brusselse stadhuis te plaatsen.
Maar de kunstcritici vinden dat het werk daarvoor te naturalistisch is en niet in het kader past van de Grote Markt.

Société Bruxelles-Attractions

De voorzitter van de Société Bruxelles-Attractions wil echter het opmerkelijke kunstwerk graag op een van de kruispunten van de Louisalaan zien verschijnen en spreek daarover de prins van Chimay aan, die minister van Landbouw, Industrie en Publieke Werken is.
Deze stelt aan Brussel voor om het werkstuk op gemeentelijke kosten aan te kopen.
Een ingenieur van de afdeling Electricteit van de stad Brussel vraagt een advies aan bij de Société Électricité et Hydraulique de Charleroi over het oprichten van een hydro-elektrische pyloon met drie lampen voor de Ambiorixsquare.
Maar de hoop op een spoedige opstelling in Brussel vergaat wanneer het college de kunstenaar laat weten verder geen gevolg aan dit project te geven wegens te hoge kosten voor het gemeentelijk budget.

De Tijgermast – Le Mât – Tigres

Uiteindelijk zal Jacques Lalaing in 1907 een derde versie van het inmiddels “Mât – Tigres” herdoopte werk vervaardigen, dat aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog door de gemeente Schaarbeek wordt aangekocht om het te plaatsen op het rondpunt voor het Josaphatpark.
De ‘Tijgermast’ in 1913,zal eerst voor de ingang van het Terkamerenbos, daarna voor de Ambiorixsquare komen te staan.
De definitieve bronzen versie werd ook tentoongesteld op de Wereldtentoonstelling in Gent (1913), waarvan de hardstenen sokkel werd gemaakt in samenwerking met architect Joseph Diongre.
De mast was bedoeld als een hulde aan de intrede,van de elektriciteit in de openbare verlichting.
De 13 meter hoge, bronzen mast bestaat uit drie delen: een kroonstuk waarop aanvankelijk een element met vier booglampen zou komen,
een lange schacht
en een onderste stuk met drie reliëfs tussen de drie poten.
De taferelen beelden gevechten af tussen tijgers en slangen.
In 1926 schonken de nakomelingen van de Lalaing de mast aan de gemeente Schaarbeek.
Het blijft daar staan tot de jaren 1950, wanneer het drukke verkeer tot demontage van “Mât – Tigres” leidt en de onderdelen lange tijd in een gemeentemagazijn belanden.

De restauratie

Dankzij enkele fervente kunstliefhebbers komen die daar in 1993 weer uit en wordt het kunstwerk opnieuw werd gemonteerd op het Colignonplein, maar zonder zijn lampen, voordat het in 2006 naar zijn oorspronkelijke plaats terugkeerde, het kruispunt van de Louis Bertrand- en Voltairelaan.
In 2012-2013 werd de mast gerestaureerd en werden de ontbrekende elementen gereconstrueerd (bureau ORIGIN Architecture & Engineering).
 Foto’s Mast van lalaing