De gazette van Gent maart

1 maart 1913
Het Vlaams Comiteit heeft bij de heer minister van financiën geprotesteerd omdat al de tolbedienden welke bij de dienst van de Wereldtentoonstelling benoemd werden, geen Vlaams kennen.
De deelneming van de Franse luchtvaart zal buitengewoon belangrijk zijn. Er zijn inschrijvingen ontvangen van de grootste huizen van luchtvaarttoestellen.
Verscheidene hydro-aeroplaans zullen deelnemen aan de wedstrijden welke aan dat soort vliegtoestellen voorbehouden zijn.
2 maart 1913
Het gemeentebestuur was voornemens op de gronden van de Clementinalaan die nu nog langs de spoorbaan beschikbaar liggen een square aan te leggen, doch een Duits huis heeft een hogere huurprijs geboden om er tijdens de Wereldfoor een koffiehuis op te richten. Zeer waarschijnlijk zal dit aanbod
door het schepencollege worden aangenomen.
In de kleine vijver nabij het gedenkteken van de gebroeders Van de Velde is het buizennet afgewerkt om de waterplas te verwarmen, teneinde er een uitheemse tuin van te maken. Weldra zal men aan het planten kunnen beginnen.
Binnen de poort van de citadel is een talrijke ploeg aan de arbeid. In de driehoek links van de warme broeikas, wordt de Tuin van de stad Gent aangelegd.
Aan de andere kant werkt men tussen de serren en de rotsen niet minder opgewekt aan de Tuin van de stad Parijs, waarvoor een krediet van 100 000 frank is voorzien. Men begrijpt dat er tussen de hofbouwkundigen van de beide tuinen een harde kamp wordt geleverd.
8 maart 1913
De Franse groep van de automobielen zal in het Paleis van Frankrijk tentoonstellen naast de klasse van het luchtvliegen.
De automobielfabrikanten, gegroepeerd onder het voorzitterschap van de markies de Dion, hebben 3000 m² voorbehouden en zijn voornemens ons een buitengewone deelneming te bezorgen.
Een bijzondere trein zal de voorwerpen uit de tentoonstelling van Lyon naar Gent brengen. Een andere trein zal uit Parijs vertrekken.
Tot nu toe zijn de inschrijvingen ontvangen van 14 automobielmerken, 5 van rijwielen en motocycletten en meer dan 30 huizen van rijtuigmakerij, banden en benodigdheden. Bijna heel de beschikbare plaats is reeds besproken.
9 maart 1913
De afdeling van Duitsland staat reeds onder dak en zal in zijn linkervleugel een spijshuis hebben, omgeven door een zeer lieve tuin. Binnen de hal zal men behalve een eresalon, een aan de Duitse kunst voorbehouden zaal aantreffen, waar de voornaamste Duitse kunstenaars zullen tentoonstellen.
Langs beide zijden zullen de galerijen voor de verschillende nijverheden geschikt zijn. Er zal in de hal ook een cinématograaf worden opgesteld, die kosteloos voor de ogen van het publiek de belangrijkste zichten zal ontrollen welke betrekking hebben op de Nijverheids- en Kunsttentoonstelling in het Duits keizerrijk.
11 maart 1913
Teneinde elk verder misverstand te voorkomen inzake vaststelling van de verantwoordelijkheid bij taalmisbruiken met betrekking op de Wereld tentoonstelling acht het Vlaams Comiteit het nuttig de aandacht van het publiek te vestigen op het feit dat tot hiertoe het verdrag van 19 oktober 1912 bevredigend werd nageleefd.
Een rondschrijven in verschillende talen opgesteld is aan al de groepen, klassen, congressen en officiële afgevaardigden van de vreemde natiën gezonden. Daarin wordt herinnerd dat er in België twee nationale talen zijn, beide grondwettelijk gelijk: het Nederlands en het Frans. België is samengesteld uit 5
Vlaamse provinciën waar Nederlands wordt gesproken door 4 miljoen Vlamingen en 4 Waalse, waar 3 miljoen Franstaligen zijn.
De Wereldfoor is gelegen in de hoofdstad van het Vlaamse land. Het is dus wel gepast daaruit de logische gevolgtrekking af te leiden dat deze tentoonstelling, wat betreft de regelmatige toeloop der bezoekers, in de eerste plaats zal moeten rekenen op de bevolking van het Vlaamse land en het naburige Holland.
Het bureel van de Algemene Commissaris der Regering zal zich desnoods gelasten met de vertaling in het Nederlands en het Frans van al de drukwerken welke uitgaan van de vreemde afdelingen en klassen.
13 maart 1913
In de Kamer stelde de heer C. Huysmans de volgende vraag aan de minister:

“De heer David, Frans minister, legde in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een verklaring af aangaande de deelneming van zijn regering aan de Gentse Wereldtentoonstelling.

Daarin zegde hij onder andere:

De Kamer weet om welke redenen de Franse regering en het parlement er in toestemden, Frankrijk te laten deelnemen aan de Wereldtentoonstelling van Gent. Wij werden uitgenodigd door een zeer machtige Belgische instelling.

Het Uitvoerend Comiteit staat onder leiding van de heer Cooreman, die voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers was.

De stad vroeg vooral de deelneming van Frankrijk, omdat wij daar op een terrein stonden waar onze invloed in de vreemde bijzonder betrokken was. Frankrijks deelneming was dus voor onze naburen en vrienden uit België iets meer dan een handelsbetoging, het was een zeer duidelijke wilsuiting van het
land om, in alle vrijheid, zijn vroegere strekkingen te handhaven, om een onzijdig land te blijven, onafhankelijk van elke andere natie. De Kamer kent thans de gedachte der regering. Ik ben ervan overtuigd dat zij die wil zal volgen. Begrijp ik de verklaring goed, dan zouden het Uitvoerend Comiteit en het bestuur van de stad Gent de deelneming van Frankrijk niet hebben gevraagd tot inrichting van een betoging der Franse beschaving, wat door al de Belgen zonder onderscheid zou worden toegejuicht.
Wel met het klaarblijkelijk doel een bestendige betoging in te richten tegen diegenen onder de Belgen, die menen dat een meerderheid van ons Belgisch parlement nog het recht heeft de nationale voertaal te kiezen welke dient gebruikt te worden in een Belgische universiteit, gelegen in het hart van het Vlaamse land.”

Antwoord van de heer burgemeester en schepenen aan de minister:

“Als gevolg op uw brieven van 20 januari en 18 februari jongstleden, hebben wij de eer u te melden, dat het gemeentebestuur de medewerking van Frankrijk evenals die van andere landen gevraagd heeft, met het doel al de natiën een nieuwe gelegenheid te geven over de gemaakte vooruitgang op elk gebied te oordelen en een heilzame en vreedzame mededinging tussen hen te doen ontstaan. Meer deed het gemeentebestuur niet.
De stad Gent heeft met rechtmatige voldoening en diepe erkentelijkheid vastgesteld, dat haar oproep door de meeste vreemde landen werd beantwoord, doch dat vooral Frankrijk er zich op toelegt glansrijk aan de tentoonstelling deel te nemen.”

16 maart 1913
Een toevloed van aanvragen om plaatsruimte te huren voor koffie- en spijshuizen, doet van heden af de onmogelijkheid voorzien gevolg te geven aan degenen die na het einde van de maand zouden indienen.
Het Plein der Attracties, 16 ha groot, geraakt van dag tot dag wondersnel voltooid.
De uitbatende maatschappij heeft het bestuur overgedragen aan de heer Fernand Akoun, één der ervaren managers van het Luna-Park te Parijs.
De dierengroep Bostock, die slechts aan de grootste tentoonstellingen deelneemt, heeft er prijs op gesteld aanwezig te zijn en de medewerking is verzekerd.
19 maart 1913
De voorbereidende metselwerken voor het plaatsen van de prachtige beeldengroep die door de graaf de Lalaing aan de stad werd geschonken vorderen goed. Het kunstgewrocht zal opgericht worden tussen de fontein de Kerchove en de Kortrijksesteenweg. Het eigenlijke bassin is voltooid en men plaatst thans de laatste arduinen omheining. Het monument zal weldra worden aangebracht.
22 maart 1913
Men is begonnen aan het opstellen van het Ros Beyaert en de Vier Aymonskinderen, het groots kunstgewrocht van de heren Ingels voor het paard en De Beule voor de vier mensenfiguren.
De groep is geplaatst midden de ronde vijver van de Erelaan, tussen de burelen van het Algemeen Bestuur en deze van de post, politie, brandweer, enz.
25 maart 1913
Het tweede deel van het verheven beeldhouwwerk Verheerlijking van de Arbeid en de Wetenschap, vervaardigd door de heer Van Biesbroeck junior, zal zondag en maandag aanstaande openbaar worden tentoongesteld in zijn werkhuis aan de Nijverheidslaan.
26 maart 1913
In een interview aangaande de algemene werkstaking heeft de heer Coppieters, één der bestuurders verklaard dat de Wereldtentoonstelling op de gestelde dag zou gereed geweest zijn.
Op de vraag of de bezoekers zullen komen antwoordde hij dat dit een vraagteken was. De aankondiging van de algemene werkstaking zal wellicht de ontwerpen van vele toeristen wijzigen en misschien niet de toeloop veroorzaken die men wel mocht verhopen.
Tot nu toe heeft geen enkele tentoonsteller van de Floraliën zijn beloofde bijtreding ingetrokken. Allen zullen op post zijn en alles wordt overheerlijk.
Maar om de overgrote onkosten te bestrijden moeten er tienduizenden personen op afkomen. Op de vraag of we die krijgen kan niemand antwoorden. Laat ons hopen…
28 maart 1913
Het vervoer van reizigers, zowel binnen de eigenlijke Wereldtentoonstelling als in het gedeelte van het park, het Feestpaleis en de Attracties, zal geschieden met kleine treinen die op benzine lopen. Acht locomotieven van het type Decauville en 20 wagonnetjes zijn besteld. De spoorweg is in de vorm van een
lus aangelegd en de totale omloop bedraagt omtrent 5 kilometer.
29 maart 1913
Sedert gisteren worden de brieven die in de post te Brussel worden besteld, gestempeld met Gent-Tentoonstelling – Gand-Exposition. Een goede reclame!
Voor de twee grote bierhuizen zijn overeenkomsten gesloten met een bekende firma uit München.
Er zullen miljoenen worden uitgegeven voor de verlichting. Alle bomen worden versierd met elektrische lampen, wat ‘s avonds een toverachtig schouwspel zal opleveren, vooral aan de vijver, waar de meest
waar de meest afwisselende kleuren het oog zullen verlustigen.