De Gazette van Gent januari

8 januari 1913
De gemeenteraad vergaderde gisteren andermaal op de koer van de citadel om te beslissen over het behoud of de afbraak van de monumentale ingangspoort, tot nu toe gespaard gebleven, maar waarvan enkelen de verdwijning wensen, in het belang van het algemeen uitzicht op het Feestpaleis.
De heer burgemeester deelde de raadsleden mee dat de aankondiging van de vergadering bij de leden van de Stedelijke Commissie van Oudheidkunde grote opschudding had verwekt. Hij acht het best mogelijk de ingangspoort te behouden, die trouwens niet recht op de Kunstlaan uitgeeft en ze met boomgewassen, klimop en wilde wijngaardranken te bekleden, zodat zij het uitzicht van een ruïne zou krijgen.
Na nog enkele opmerkingen werd het voorlopig behoud in stemming gelegd en aangenomen met 16 voor en 8 tegen.
Bij een wandeling rond het Feestpaleis deed de heer Coppieters bemerken dat men bij het bouwen
niet voorzien heeft dat de bezoekers die per rijtuig aankomen de eigenlijke feestzaal niet droogvoets kunnen bereiken. Zij moeten afstappen aan de hoofdingang van het park, grote trappen beklimmen en honderden meters in de regen of de wind lopen.
Deze mening werd algemeen bijgetreden. Men zal trachten door een hellend vlak langs de wandeldreef op de kazematten een weg voor rijtuigen aan te leggen.
Als ik de foto’s bekijk lijkt het erop dat het toch voor de meesten een wandeling in de regen werd.
10 januari 1913
Over de aanstaande hofbouwtentoonstelling waarmee de World’s Fair zal geopend worden bereiken van alle kanten uitmuntende tijdingen het bestuur van de Koninklijke Maatschappij van Tuin- en Kruidkunde.
Engeland en Frankrijk zullen oprechte verrassingen leveren. In Holland maken de tuinbouwers zich even geestdriftig gereed. Duitsland zendt talrijke inschrijvingen. Er komen orchideeënkwekers, kruidkundigen en grote hofbouwers uit München, Erfurt, Dresden en Berlijn. Oostenrijk, Zwitserland en Rusland sturen belangrijke vertegenwoordigers en uit Italië komen tuinarchitecten. Uit Amerika is de heer Julius Rochs afgereisd, vertegenwoordiger der voornaamste hofbouwfirma’s van gans de Verenigde Staten. Spanje, Egypte en de Scandinavische landen zullen door hun voornaamste
hofbouwers vertegenwoordigd zijn.
15 januari 1913
Het plan is ontworpen om in de aanstaande Wereldfoor te vertonen wat Vlaanderen aan economische, kunst- en cultuurkrachten teelt.
Midden de grootse betoging van de economisch wedijverende natiën zal op schitterende wijze de ware betekenis van de Vlaamse beweging en de onweerstaanbare drang naar de algehele herwording van het Vlaamse worden bevestigd. Zij zal onder de benaming Vlaamsche Kunst bestaan uit congressen, voordrachten, volksvergaderingen, optochten, muziekuitvoeringen en tentoonstellingen.
Tot de verwezenlijking van dit plan wordt de eendrachtige samenwerking vereist van de Vlaamse maatschappijen en instellingen, zonder onderscheid van politieke strekking.
In de grote vijver van het park is nabij de Trocadero een groot karveel gebouwd, een schip met verschillende dekken die naar achter toe oplopen, in de zin van de vaartuigen waarmee Christoffel
Colombus Amerika ontdekte. In dit schip, dat reeds de kleuren van België en Frankrijk draagt, zal de tentoonstelling ingericht worden van het Nitraat van Chili. Het geheel, met kantoor op de oever van de vijver, zal de invoer van het nitraat in de haven van Gent voorstellen.
Aan de voltooiing van het Feest- en Hofbouwpaleis zijn nog steeds talrijke werklieden van verschillende vakken bezig. Dit belet de heer Burvenich echter niet dapper verder te doen in de overgrote feestzaal, om de onbehaaglijke ruimte te veranderen in een tuin met wandeldreven van de grilligste vormen, rond allerlei perken welke bestemd zijn om de duizenden planten en bloemen te ontvangen die voor de aanstaande hofbouwtentoonstelling uit alle landen van de wereld worden ingezonden.
Een nieuwe hoofdingang wordt ingericht aan de ronde hoek van de Citadel en Leopoldlanen, achter het beeld de Kerckhove.
In de Belvédèrelaan is het werken dat het een aard geeft: kloppen, zagen en timmeren. Talrijke afzonderlijke huisjes voor de verkoop van dranken en eetwaren rijzen er uit de grond.
Het Casino-Kursaal wordt opgericht nabij de spoorwegviaduct. Heel het stuk grond tussen de viaduct van de Krijgslaan, de spoorbaan, de Kleistraat en de Kortrijksesteenweg werd voor dat doel bij het terrein van de Wereldfoor ingelijfd.
Sedert geruime tijd werden op de werven van de tentoonstelling talrijke diefstallen gepleegd van koper en ijzer. De heer Piron, politiecommissaris van de 9° wijk, werd gelast het gestolen goed te gaan opzoeken. Hij vond het te Gentbrugge en heeft het aangeslagen. Die persoon beweerde echter dat het hem geleverd werd door een handelaar die hem wekelijks leveringen deed van verscheidene metalen.