De faillissementen

Miserie en nog eens miserie.

Nog voor de Gentse expo van start ging, bleek het al een grote vijandigheid te zijn, iedereen was er tegen iedereen, de Fransen tegen de Duitsers, de Vlamingen tegen de Franskiljons, de tegenstand tegen wilden en menseneters en dan nog de kerk tegen al het bloot op deze expo.
Tegen het einde van de expo onthield men alleen de vele branden, gewonden, doden en ongevallen en vooral een grote schuldenput.
Het idee voor een wereldtentoonstelling was tegen 1913 al volledig achterhaald, er waren er al teveel geweest in de laatste jaren en vooral in België. In gent was wel het amusement verzekerd omdat niemand met niemand kon opschieten.

Duitsland weigerde om deel te nemen aan deze expo, dus namen enkele Duitse industriëlen het heft in eigen handen en starten een privé initiatief om deel te nemen, Duistland, het privé initiatief.

‘Gent organiseert de wereldtentoonstelling omdat het onbeschaamd winst wil maken op de kap van buitenlandse toeristen en omdat het subsidies wil loskrijgen van de nationale staat om aan stadsvernieuwing te doen. Verder is Gent een overroepen provincienest.’ Dat is kort samengevat de opinie van een Duits artikel, waarvan de Franse vertaling terug te vinden is in het archief van de universiteit Gent, tussen papieren van het organiserend comité van de tentoonstelling.

De Fransen  annuleerden op een haar na hun deelname aan de expo omwille van de steeds luider klinkende eis tot vervlaamsing van de Gentse universiteit. Een verhit debat in de Franse Kamer van volksvertegenwoordigers veranderde die beslissing. De Fransen besloten tot een overweldigende aanwezigheid op de tentoonstelling. Ze wilden de organisatoren steunen in hun strijd tegen de vernederlandsing en aartsvijand Duitsland een hak zetten. Mede door de Franse aanwezigheid werd de hoop een succes van de expo te verwezenlijken.

De Gentenaars hadden nochtans geen buitenlanders nodig om ruzie te maken. Het sterk francofone karakter van de organisatie werkte de flaminganten reeds voor de tentoonstelling danig op de zenuwen en brachten menige manifestaties met zich mee, zie De taalstrijd op de expo. De organisatie verergerde de situatie door bijna bewust Nederlandstalige initiatieven te dwarsbomen. Een Vlaamsgezind pamflet tegen de wereldtentoonstelling stelt het klaar en duidelijk: niet de Walen, maar de Gentse franskiljons waren het probleem. ‘Onze vijanden wonen op eigen bodem! Enkele rijke families, aangedikt door een hoopken parvenu’s, trachten zich van het volk te onderscheiden met een andere taal dan de Volkstaal te spreken. Zoo willen zij hun meesterschap, dat hun geld en eer oplevert, over het volk bestendigen.’
De frustraties aan Nederlandstalige kant leidden tot een bescheiden relletje. Op een Manifestation Française begonnen enkele toeschouwers luidkeels de Vlaamse Leeuw te zingen. Franskiljons en flaminganten gaven elkaar wat rake klappen en de gazetten wisten weer waarover te schrijven.

De schuldenput

De wereldtentoonstelling eindigde met een grote schuldenput, de schuldenput blijkt nu veel groter dan men eerst beraamde in december 1913,men kende de grote bedragen die men moest ophoesten bij de vele branden en ongevallen. Van al deze branden bestaan er van 3  branden nog de officiële, bestaande verslagen van de verzekering, waarbij de totale som op 730.000 fr, uitkomt,  men had toen nog geen overzicht van de vele falingen die hadden plaatsgevonden, die nu door gent1913 zijn onderzocht en hieronder beschreven, deze kosten kwamen nog eens bovenop, de falingen :

Ghent 1913 Syndicate Ltd.

Ghent Exhibition Hotels

Restaurant Rheinland

Reu du Caire

Alles globaal berekend kostte de faling van Ghent Syndicate 1913, het attractiepark aan de stad Gent 1.000.000 fr  en aan de leveranciers 950.000 fr, Gent had zich waarborg gesteld voor Ghent SYndicate met een waarde van 1.202.489.92 fr, hierbij nog eens Ghent Exhibition Hotels 80.406,99, Rheinland 35.778,78 fr, en Reu du Caire 51.241.57 fr, Deze bedragen samen geteld met de verzekeringspremies kostte dit in totaal aan de expo 2.847.427,34 fr. en dit terwijl de expo 998.556,33 fr had opgebracht, balans opgemaakt december 1913, wat een verlies betekende van 1.488.871,01 Fr

Kort na het einde van de wereldfoor brak de eerste wereldoorlog uit. De illusie van grandeur moest plaats maken voor de rauwe oorlogswerkelijkheid. In het begin van de oorlog bood het Feestpaleis in het Citadelpark onderdak aan tienduizend vluchtelingen. Later deed het dienst als Duits oorlogsziekenhuis. Op de braakliggende terreinen van de expo plantte men aardappelen om de hongerige bevolking te voeden.

Bronnen:
Boekentoren Gent : Briefwissling Wereldtentoonstelling 1913
Rijksarchief Gent Dossiers falingen( zie paginas falingen voor dossiernummer)
Stadsarchief Gent De zwarte doos
Tien tiens Gents maandblad