De vernieuwing

Gravensteen en Sint Veerleplein

Het Gravensteen werd in 1180 gebouwd door Filips van de Elzas. In 1779 had het gebouw geen enkele functie meer en werd het openbaar verkocht aan Jean-Denis Brismaille die het bestemde voor particuliere woningen en industriële nijverheden.
Gedurende de 19e eeuw werden er katoenspinnerijen ingericht en overwoekerden tientallen arbeidershuisjes zowel binnen als buiten de muren het volledige complex.
Tot 1872 was er weinig bekommernis om het ruïneuze monument – op een bepaald moment lag er zelfs een plan op tafel om een straat te trekken dwars door de oude slottoren – tot Julius Vuylsteke in datzelfde jaar de Gentse gemeenteraad ervan kon overtuigen het poortgebouw aan te kopen met de steun van staat en provincie.
De mentaliteit wijzigde en een tiental jaren later werd in brede kring geijverd voor de redding van het Gravensteen.
Mede onder druk van de Cercle littéraire et Artistique de Gand, waar Heins lid van was, werd de burcht in maart 1887 door de stad en staat gezamenlijk aangekocht.
De tegen de ruïnes aanleunende huisjes konden nu onteigend worden en werden gesloopt.
Het originele idee was om de burcht te ontdoen van bewoners en industriële praktijken en de middeleeuwse resten verder ongemoeid te laten.
Architect Jozef De Waele meende echter dat de ruïnes zonder restauratie en reconstructie vroeg of laat helemaal verloren zouden gaan.
Hij stelde dan ook de plannen op voor een monument dat er middeleeuwser dan ooit zou uitzien; waar de historische bronnen te kort schoten moest de verbeelding te hulp snellen.
Heins volgde de restauratiewerken van dichtbij op en maakte schetsen en tekeningen van de vooruitgang.
De hoofdtoren of donjon was klaar in 1904, in 1907-1908 werd de grafelijke residentie gereconstrueerd.
Van dan af werd het tempo opgevoerd met het oog op de nakende wereldtentoonstelling.
De herstellingen en reconstructies zouden uiteindelijk 25 jaar aanslepen om in 1913, opnieuw net op tijd, een afgewerkt geheel te kunnen presenteren aan de bezoekers van de Wereldtentoonstelling.
Samen met het Gravensteen werd het bijgelegen Sint-Veerleplein eveneens gerestaureerd.
De traditionele, overwegend 16e-eeuwse baksteenarchitectuur werd er voor de aanvang van de wereldtentoonstelling in zijn oorspronkelijke toestand hersteld.