De bewaking

De talrijke menigten die de tentoonstellingen bezoeken, de schatten die ze bevatten, de omvang van hun supervisie, dit alles vereist een constante, rigoureuze, nauwgezette bewaking, gebaseerd op lang bestudeerde en georganiseerde principes, onder leiding van een energieke en intelligente leider, door een groep bewakers die alle kwaliteiten bezitten van de mensen die voorbestemd zijn om de wet te respecteren.
Door het grote aantal kostbare voorwerpen dat deze expo bevatte, gaf de bewakingsdienst een bijzondere opdracht van groot belang.
Laten we meteen zeggen dat zij de zware taken die voor hem lagen, aankonden.
In hun eigen organisatie, evenals in het leger van de bewakers , was het een perfect organisme en droeg het bij in de invloed volle sfeer , tot goede orde, veiligheid en ook aan het succes van de grote oude stad van graven, Gent.
De kolonel op rust Hennequin, werd het van hoofd van een bewaking, dankzij zijn zeldzame energieke vaardigheid,
Gewend aan de soms vreemde manieren van mensen, nam hij snel de plaatsen waar, waar de opzichter actiever moest zijn dan elders, een bekwame organisator, en bovendien verleende kolonel Hennequin de kwaliteiten aan de dienst die hij had opgedaan in het leger.


Hier ook over de organisatie ,de technische informatie:
in elke onderneming van de beveiliging, werd ook deze onderverdeelt in twee secties, de dag en de nachtdienst. Bij de expo van Gent, de beveiliging overdag begon om 6 uur en eindigde om 8 uur s’ avonds, door een groep van 500 bewakers, onder de leiding van 50 brigadiers, 12 eerste brigadiers en 2 brigadiers-inspecteurs, deze groep werd in 3 secties onderverdeeld, de eerste groep had dienst van 6 uur tot 14 uur, de tweede groep van 14 tot 22 uur.
Deze twee groepen hadden verschillende taken op de expo, het controleren van de ingangen aan de loketten, het regelen van de toegangen aan de hallen, voor een vlot verloop en de patrouilles die in de verschillende lanen en tuinen van deze expo waren.
De derde groep begon om 7 u 30 en eindigde om 22 uur en werden ingezet voor de beveiliging en patrouilles in de hallen en de verschillende standen, enz….

Deze bewakingsdienst moest voor een totale veiligheid zorgen en zorgen dat de bezoekers zich er thuis voelde, aan de andere kant, de brigadiers-inspecteurs, de eerste brigadiers en brigadiers, 64 man, kregen de functie van politie agent, ze hadden dus het recht om mensen te verbaliseren bij overtredingen, die waren vastgelegd in het politiereglement van de expositie, door de administratie van de stad Gent.
De bewakingsdienst deelde hun kantoren in het gebouw, waar ook de post en bakkantoor gevestigd waren, deze post werd van 8 uur s’morgens tot 8 uur s’avonds bemand door een commissaris, een eerste agent en 2 agenten, Hun dienst bestond vooral in het opmaken van de proces verbalen, het uitvoeren van de arrestaties enz…
Om de volledige veiligheid van deze tentoonstelling in goed banen te leiden, werd ook gekozen voor discrete patrouilles van agenten in burger, deze 6 agenten stonden onder het bevel van een elite onderofficier, De dienstenregeling voor deze burgerpatrouilles waren 2 ploegen van 6 uur s’morgens tot 13 uur en van 13 uur tot 20 uur.
De sluiting van de hallen was om 18 uur tot 15 september, vanaf dan sloten de hallen om 17 uur, eens de hallen gesloten waren, werden er rondes gedaan in de hallen door de verantwoordelijke brigadier samen met een agent en een verantwoordelijke van de brandweer, waarna alle deuren werden afgesloten en de sleutels werden binnen gebracht in het politiekantoor.
De nachtdienst, waren even intensief als de dagdienst bij de bewaking, deze startte om 20 uur en eindigde om 6 uur s’ morgens.
Voor de nachtdienst had men 25 extra bewakers met politiehonden, hierbij moeten we wel zeggen dat Gent de eerste was om de expo te bewaken met politiehonden, die ontzag opwekten en tevens angst omwille van hun grootte, ten opzichte van hun bewakers waren deze honden hun meest betrouwbare partner.
Bij hun aankomst s’ avonds om 20 uur , stonden deze mannen onder het bevel van Commissaris Weyn, die hen dan de respectievelijke patrouilles liet lopen in de hallen, bestaande uit een brigadier, een bewaker een brandweerman en een nachtwaker met hond, deze patrouilles werden zeer precies en tot in elke uithoek van de gebouwen uitgevoerd om inbrekers geen kans te geven zich te verstoppen, men controleerde ook heel nauwkeurig het meubilair, de gordijnen, alles wat ook maar als schuilplaats zou kunnen dienen, deze inspectie liepen tot 21 u 30 tot 22 uur s’avonds, waarna men de hallen terug sloot en de sleutels terug werden binnen gebracht bij het politiekantoor.
Om 22 uur begonnen dan de bewakers met hun honden op het expoterrein te patrouilleren, rond de hallen en paviljoenen en de omheining, hieraan nog toevoegen, dat ze patrouilles regelmatig werden gecontroleerd door de oversten van dienst.
Als extra liepen er steeds in de nachtdienst 2 bewakers met een hond aan elke ingang van de expo.
12 agenten met honden onder leiding van een elite officier werden ingezet per nachtdienst.
Hierbij moet wel gezegd worden dat geen enkele van deze bewakingsdienst is opgestapt of ontslagen, gedurende de hele periode dat deze wereldtentoonstelling heeft gelopen, dit terwijl toch bijna dagelijks de uren en diensten werden herschikt en het niet altijd evident was om zich aan te passen, hieruit kunnen we alleen maar besluiten, dat de beveiliging alles zeer goed en nauwkeurig uitvoerde, ?et uitzondering van de goudroof van 27 juli

Of zij ook instonden voor de Franse paleizen en het Hollands paviljoen, zal verder uitgezocht worden, daar deze landen hun eigen militairen (100 a 200 man ) hadden afgevaardigd in Gent voor de beveiliging van hun gebouwen.

Geraadpleegde bronnen :

Gazette van Gent

Expo gazette, organe officiël de l’exposition de Gand