Feest en floralienpaleis

Beschrijving
1 Grondplan

Hoofdingang – kleine feestzaal – congrespaleis
De hoofdingang was zuidwaarts georiënteerd, had een oppervlakte van 3000m² en telde 2 verdiepingen.
Het voorportaal gaf uit op de driebeukige feestzaal die dienst deed als concertzaal en schouwburg en die op haar beurt loodrecht stond op de as van de grote serre. In het voorportaal kwamen links en rechts trappen uit die naar de eerste verdieping leidden. de eerste verdieping was opgevat als een gaanderij die langs een rondbogige arcade op de kleine feestzaal uitzag. Op het gelijkvloers lagen links en rechts van de kleine feestzaal burelen, congres – en voordrachtzalen

Grote serre
De grote serre had een oppervlakte van 10.200 m². Haar totale breedte bedroeg 60 m en werd in drie beuken verdeeld waarbij de middelste 40 m en de beide zijbeuken 10 m meten. Haar totale lengte bedroeg 170 m. Aanpalend aan en behorend tot de grote serre, bevonden zich links en rechts van de hoofdingang 2 bijzalen met een oppervlakte van 1350 m², zodat de totale oppervlakte van de grote serre 12.900 m² bedroeg. In deze zaal werden de Gentse floraliën gehouden en ze deed eveneens dienst als feestzaal.

Restaurants Azalea en Royal Casino
De uiteinden in de lengte van de grote serre werden op symmetrische wijze afgesloten met een café restaurant met ovaalvormig grondplan en twee verdiepingen hoog, voorafgegaan door een rechthoekige banketzaal en keukeninrichting. Het platform tussen e eerste verdieping van de banketzaal en de keukeninrichting, die op het niveau van de banketzaal gebouwd was, zag via de ene kant uit op de grote serre via een kolonnade, bestaande uit vierkante pijlers en via de andere kant gaf zij via een dubbel gangsysteem in ruitvorm uitgewerkt, toegang tot de eerste verdieping van het café restaurant. De binnenruimte van het café restaurant was op de twee verdiepingen achthoekig uitgewerkt.
Vanaf de eerste verdieping van het café restaurant vertrok langs de kant van de hoofdingang een wandelterras naar de hoofdingang. De wandelgang had oorspronkelijk overdekt moeten zijn, maar werd niet op die manier uitgevoerd. Beide ovaalvormige afsluitingen sloegen een bres in de voormalige vestingmuur van de citadel. De bres langs de kant restaurant azalea was reeds geslagen voor de provinciale tentoonstelling van 1889. Voor de zijde van het Royal Casino moest een nieuwe bres gemaakt worden.

Orangerie – Warme serre
Een warme serre, recht tegenover de hoofdingang gelegen, sloot aan bij de grote serre. Haar plattegrond was rechthoekig. met haar oppervlakte van 4800 m² was zij bestemd voor tropische planten. zij sloeg een derde bres in de vestingmuur. Zij was driebeukig en sloot op een portiek. De warme serre kon verbonden worden met de feestzaal, zodat beide, samen met het kruispunt van de grote serre, een nieuwe zaal vormden. Hierbij werd de kleine feestzaal als podium gebruikt. Deze geïmproviseerde zaal had een capaciteit van 10.000 personen. Het is de warme serre die na de sluiting van de tentoonstelling, werd omgebouwd tot velodroom, in de volksmond het kuipke genoemd.
Een monumentale trap gaf toegang tot de hoofdingang en wandelterrassen. Zijtrappen die eveneens uitgaven op de wandelterrassen waren voorzien langs de restaurant zijden.

2 Opstand
Hoofdingang
Het portiek van de hoofdingang stond op drie treden en bestond uit een zuilengalerij van zes iconische halfzuilen, die volgens jet ritme ” een, twee, twee, een gegroepeerd waren. Tussen de voluten werd een medaillon met guirlandes aangebracht. De eigenlijke voorgevel bevatte drie traveeën, die volledig ingenomen werden door drie glazen deuren. Het geheel werd afgesloten door een entablement.
De fries was sober ingevuld met vier festoenen in rechthoeken gevat die het ritme van de halfzuilen volgden. Boven de kroonlijst met klossen werd een attiek met medaillons, bekroond met twee siervazen aangebracht.
De achteruitspringende tonvormige dakpartij va de feestzaal, speelde de rol van bekronend gebogen fronton. De eigenlijke voorgevel werd geflankeerd door twee vooruitspringende torens met tentdak, waarvan de vlakken lichtjes afgebogen zijn en uitgelengd in een geprofileerde top. de gevelvlakken aan de buitenkant van de torens werden bijna volledig ingenomen door lange, gekleurde ramen, die in het muurvlak insprongen. Dezelfde vorm werd gebruikt voor de drie hoofddeuren, waarbij dezelfde vorm nog eens herhaald werd in spiegelbeeld, tot op hal niveau, voor het interieur.

Restaurants Azalea en Royal Casino
Beide ovaalvormige constructies waren identiek opgevat qua indelingen en decoratie elementen. Op het gelijkvloers werd het café ondergebracht, op de eerste verdieping het restaurant. Royal Casino richtte zich op een rijk publiek, restaurant Azalea was bestemd voor de kleinere beurzen. De galerij van de benedenverdieping had zware gestuikte pijlers, deze van de bovenverdieping slanke, gekoppelde zuilen met een Dorisch kapiteel, waarvan de bloemenslingers naar benden hingen. Tussen de bloemenslingers waren medaillons aangebracht. Een dezelfde motief, bloemenslingers en medaillon, was vergroot uitgevoerd op de pijlers van de benedenverdieping. Tussen de gekoppelde zuilen van de bovenverdieping waren borstweringen aangebracht.
De architraaf ontbrak. De fries werd versierd met een gestileerd bladmotief in een rechthoek gevat. de kroonlijst had klossen, bovenop de attiek waren, overeenstemmende met het ritme van de pijlers en gekoppelde zuilen, koepelvormige versieringen aangebracht.
Het geheel werd geflankeerd door vier torens, die een gelijkaardige opzet hadden als deze van de hoofdingang, maar uitgelengder van vorm waren en waarvan de gevelvlakken niet geheeld opgevuld waren met glasramen. De torens telden drie bouwlagen. In de onderste zat een rondbogige deur, de middelste veat een rechthoekig raam met gegolfde kroonlijst, in de derde bouwlaag was een ovalen raam aangebracht. De onderste bouwlaag was uiteraard niet aanwezig bij de toren die aansloot op het wandelterras.
De overgang van het ovaalvormig restaurant naar de rechthoekige grote serre gebeurde middel van twee ronde gebouwtjes, afgedekt met een koepel. Hierbij dient opgemerkt te worden dat deze gebouwtjes niet getekend waren op de plannen, kant Azalea, maar wel degelijk uitgevoerd werden.

De orangerie
De open gaanderij van de orangerie gebruikte dezelfde Ionische steunen, echter niet meer als halfzuil, als de hoofdingang. De toegangsdeuren waren aangebracht op de beide uitspringende hoeken en tussen twee Ionische zuilen gevat. Het entablement had enkel boven de toegangsdeuren een uitgewerkt attiek. Het sterk horizontalisme valt op bij deze gevel.
Gezien hun soberheid, hun streng symmetrische vlakindeling en hun sterk horizontalisme kunnen de gevels van het feest – en tuinbouwpaleis getypeerd worden als neo-Lodewijck XVI. Ook de versierornamenten als festoenen, medaillons en vaasbekoringen bevestigen een Lodewijk XVI-inspiratie, evenals de dakbedekking en torens.
Het zadeldak van de grote serre, de schilddaken van de kleine serre, de keukeninrichtingen en banketzalen en het tonvormig dak boven de hoofdingang stonden niet in relatie tot de gevels.
De gekleurde glasramen verraadden en art-nouveau-tintje.

3 Materialen
De muren waren in baksteen en bepleisterd.
De trappen en voornaamste vloeren werden uitgevoerd in cement met ijzer doorvlochten.
De grote serre en de orangerie hadden een metalen gebinte.
De daken waren met zink bedekt.
Een derde van het zadeldak van de grote serre werd in glas uitgevoerd.
Ook de daken van de twee bijzalen van de grote serre, evenals deze van de orangerie, waren gedeeltelijk in glas. Voor de verluchting werden openingen uitgespaard in de daken, die gedeeltelijk konden worden gesloten.